Images de page
PDF
ePub

Na de splitsing der prebenden, en het getal der vier-entwintig Kanoniken ten volle zynde, waren zy verdeeld in acht Priesters, acht Diakens en acht Subdiakens, die beurtelings dienden. Diercxsens zegt dat dezelfde rangschikking vroeger by de twaelf bestond, namelyk dat er toen vier van elken graed waren.

De acht Kanoniken van tweede fondatie waren geene leden van het Kapittel, alhoewel zy als de anderen gekleed waren. Ingevolge hunne instelling hadden zy last voor de choordienst te zorgen, en de ceremoniemeester en de kerkmeester werden uit hen gekozen. Verders was er buiten de groote en kleine Kanoniken ook een zeker getal Kapellanen (1), met tien vikarissen in de zangkunst ervaren, en zes chooralen: zoo dat het getal der beneficianten, die dagelyks op het choor kwamen, tot ongeveer zeventig persoonen bedroeg.

Dit Kapittel, 't welk in 1560, na de opregting van het bisdom van Antwerpen, den titel van Kapittel Cathedrael verkreeg, in welke hoedanigheid het, van den 9." Augustus 1580 tot den 22." Augustus 1585, het vikariaet van den toenmaels openstaenden bisschoppelyken zetel voor de eerste mael waer

ming tot de pastory van het Turnhoutsche Gasthuis op voorstel der nonnen, die hetzelve bedienden; en het Kapittel der collegiale kerk van S. Pieter mogt er ook zyn advies by geven. Zoo ging het ten minste in 1634, toen Walterus Beniers, op voorstelling der nonnen benoemd werd. (Zie Heuvelmans, Kronyk der stad en vryheid van Turnhout, Bladz. 151.)

(1) Dat de kapellanyen in O. L. Vrouwekerk vry talryk geweest zyn, blykt uit de nog bestaende akten uit de XIV., XV.e en XVI.e eeuw, door welke zulke beneficiën gesticht werden. De oudste bekende fondatie van dien aerd is degene, welke ten jare 1509 bezet werd door Meester Peeter de Verwere on Aleit syn wettelec wyf. (Willems, Excerpta. Fol. 53.)

DEEL 1.

42

nam (1); dit Kapittel, zeggen wy, werd aenvankelyk bestuerd door oversten, die den titel van Proost (Praepositus) voerden. HILDEWYN of HILDEWINUS, die in 1119 leefde, is de oudst bekende dezer Proosten. Ten jare 1257 kwam men overeen de proostdy, na den dood des toenmaligen titularis, te vernietigen en ze door eene dekeny te vervangen. Deze beslissing werd in 1260 door den Bisschop van Kameryk, en in 1268 door den Hertog van Braband goedgekeurd: HENRICUS NOSE was de eerste Kanonik, die in 1271 tot Choordeken werd verkoren; en deze waerdigheid is tot op het einde der vorige eeuw in voege gebleven (2). Deze hooge kerkelyke beambte had, behalve twee prebenden, het genot van eene heerlyke wooning (3); en zyne waerdigheid, als de hoogste des Kapittels, werd door den Souverein vergeven.

Ons Kapittel heeft altoos zyn byzonder zegel gehad. Het oudste, dat ons ter hand is gekomen, hangt aen zekeren verdragbrief van den jare 1530, betreffende de tienden van het polderdorp Beirendrecht. Het verbeeldt de H. Maegd zittende in eenen koninklyken zetel, hebbende in de regterhand eene bloem (roos of lelie), en op den linker arm het kind Jezus. Men kan niet onderscheiden of de snyder een engel- of een ander hoofd aen de voeten van het beeld heeft willen uitdrukken;

(1) Diercxsens, Antverpia. ad A.3 1580 en 1583.

(2) Zie de naemrol der Proosten en Choordekens van het Kapittel Cathedrael, Bylage R, hierachter.

(3) Dit was het huis op de Groenplaets, wyk 3 n.o 467. Hetzelve werd den 10. Novembre 1799, als zwart goed, voor de som van 1,893,000 fr. (in assignaten) verkocht,en den notaris Crabeels toegewezen. Tegenwoordig is dit huis het Hôtel Rubens.

daerentegen is het randschrift Sigillum capituli (beate marie?)

[graphic][ocr errors][subsumed][subsumed][merged small][subsumed][subsumed][merged small][merged small][graphic][subsumed]

met het randschrift: Ave maria gratia plena dominus tecum.

Dergelyk dubbel zegel ontmoet men nog aen brieven van eene eeuw later. Onzes dunkens is dit zegel echter het oudste niet, 't welk by het Kapittel is gebruikt geweest; maer zal in de XIII. eeuw vervaerdigd zyn geworden. Immers de koninklyke zetel van O. L. Vrouwe en de letters van het randschrift zyn beide in den styl van dien tyd(1). Dit oude zegel was in de XV. eeuw vervangen door een ander, 't welk wy hier mede hebben afgebeeld volgens eenen afdruk hangende aen den akt waer

[graphic]

door S. Walburgiskerk in 1478 tot den rang van parochie

(1) De bovengemelde verdragbrief is ook bezegeld met het zegel van Joannes de Moelenere, voerende een molenyzer met eene star daerboven,

[graphic]

en voor randschrift hebbende S. CUR.... BERENDRECT. (Sigillum curati de Berendrecht.)

werd verheven. Het randschrift luidt: s(igillum) decanatus christianitatis Antwerpiensis. Buiten dat was er ook een byzonder zegel voor de tyden, dat de Bisschoppelyke stoel van Antwerpen open stond, blykens het hiernevensgaende, 't welk

[blocks in formation]

wy gevonden hebben, hangende aen zeker diploom van den jare 1678, waerby het vikariaet van Antwerpen goedkeurde, en de vereering toeliet van eene ribbe van den zaligen Hermanus Josephus. Hier ziet men O. L. Vrouwe staende midden in eene glorie, en het omschrift is: Sigillum Ecclesie Cathed (ralis) Antwerpiensis, sede vacante. Deze laetste woorden geven te verstaen, dat dit derde zegel slechts diende by het openstaen van den bisschoppelyken zetel.

Tot op het tydstip zyner geheele vernietiging, mogt het Kapittel in het geruste bezit blyven van de aenzienlyke inkomsten en ongemeene voorregten, welke het in vorige eeuwen allengs verkregen had. Handelen wy eerst over de inkomsten. Deze waren van tweederlei aerd. De eenen kwamen voorts van tienden, renten, cynzen, huizen, hoeven, landen en bosschen, en waren, om zoo te zeggen, vaste inkomsten; de ande

L

[graphic]
[ocr errors]
« PrécédentContinuer »