de confitures, de gelées ou de sirops de fruits, de biscuits, de lait condensé et de farine lactée; b) Moyennant dénaturation préalable, pour les sucres ou sirops de raffinage destinés soit à des usages industriels, soit à l'alimentation du bétail. § 2. Le Ministre des finances déterminé : 1o Les conditions et formalités auxquelles est subordonné l'octroi de la décharge; 2o Les procédés de dénaturation; 3o La nature et la proportion des matières destinées à rendre les sucres ou les sirops impropres à la consommation humaine. § 3. Le Ministre statue sur chaque demande d'autorisation; les autorisations accordées sont retirées en cas d'abus, sans préjudice des pénalités encourues. § 4. Le gouvernement est autorisé à établir une taxe spéciale, au profit de l'Etat, en compensation des frais éventuels de surveillance ou de dénaturation. Revu Notre arrêté du 21 août 1903 (Moniteur, n° 238) établissant notamment une taxe de surveillance à charge des fabricants de conserves de légumes, de confitures, gelées ou sirops de fruits, de lait condensé et de farine lactée, admis à jouir de la décharge de l'accise pour les sucres employés à la fabrication de ces produits; Sur la proposition de Notre Ministre des finances et des travaux publics, Nous avons arrêté et arrêtons : Article unique. L'article 2 de Notre arrêté du 21 août 1903 précité est remplacé par la disposition suivante : Art. 2, § 1er. Une taxe de 125 franes par mois et par employé est établie, en compensation des frais de surveillance, à charge des fabricants admis au bénéfice de l'article 1, litt. a, du présent arrêté. § 2. La taxe est payée par anticipation; elle est due en entier pour chaque mois commencé. Notre Ministre des finances et des travaux publics est chargé van confijten, geleien of van vruchtensiroop, van biscuits, gecondenseerde melk en van melkmeel; b) Mits voorafgaandelijke ontaarding, voor suiker of door raffineering verkregen siroop bestemd ofwel tot nijverheidsverbruik, ofwel tot voeding van het vee. § 2. De Minister van Financiën bepaalt : 1o De voorwaarden en formaliteiten waaraan het verleenen der afschrijving afhankelijk is gemaakt; 2 De wijzen van ontaarding; 3o Den aard en de verhouding der stoffen bestemd tot het ongeschikt maken, voor's menschen verbruik, van suiker of siroop. § 3. De Minister neemt een besluit omtrent elke aanvraag tot toelating; bij misbruik worden, onverminderd de beloopen straffen, de toelatingen ingetrokken. § 4. De Regeering wordt gemachtigd tot het stellen, ten bate van den Staat, van eene bijzondere taxe tot vergoeding der gebeurlijke kosten van toezicht of van ontaarding. Herzien Ons besluit van 21 Augustus 1903 (Moniteur n' 238), waarbij met name eene taxe van toezicht wordt gesteld ten laste der fabrikanten van ingelegde groenten, van confijten, geleien of vruchtensiroop, van gecondenseerde melk en melkmeel, wien de afschrijving van den accijns wordt vergund voor de suiker gebezigd bij de vervaardiging dezer producten; Op de voordracht van Onzen Minister van Financiën en Openbare Werken, Wij hebben besloten en Wij besluiten : Eenig artikel. Artikel 2 van Ons voormeld besluit van 21 Augustus 1903 is vervangen door de nakomende bepaling: Art. 2, § 1. Eene taxe van 125 frank per maand en per beambte is vastgesteld, tot vergoeding der kosten van toezicht, ten laste van de fabrikanten die het voorrecht genieten van artikel 1, litt. a, van dit besluit. § 2. De taxe dient op voorhand te worden betaald; voor elke begonnen maand is zij ten geheele verschuldigd. Onze Minister van Financiën en Openbare Werken is belast met de l'exécution du présent arrêté qui sera obligatoire à partir du 1er mars 1905. Par le Roi: Donné à Laeken, le 8 février 1905. LEOPOLD. Le Ministre des finances et des travaux publics, (Publié par le Moniteur du 15-14 février 1905, no 44-45.) TRAITE de commerce et de navigation conclu le 6 décembre 1891 Dénonciation. Par une communication officielle du 7 février 1905, M. le Ministre d'Autriche-Hongrie à Bruxelles a dénoncé, au nom des Gouvernements autrichien et hongrois, pour en faire cesser les effets le 15 février 1906, le traité de commerce et de navigation conclu le 6 décembre 1891 entre la Belgique et l'Autriche-Ilongrie (1). Le Gouvernement du Roi a donné acte de cette dénonciation. Le Gouvernement Impérial ct Royal a manifesté le désir de voir régler par de nouvelles dispositions conventionnelles les relations commerciales entre les deux pays. Certifié par le Secrétaire général (Publié par le Moniteur du 16 fevrier 1905, no 47.) (1) Un avis pub'ié au Moniteur belge du 1er janvier 1903 avait déjà signalé l'éventualité d'un changement de régime dans les relations commerciales entre la Belgique et l'Autriche-Hongrie. 1 de uitvoering van dit besluit, hetwelk verplichtend zal wezen van en met 1 Maart 1905. Gegeven te Laken, den 8" Februari 1905. Van 's Konings wege : LEOPOLD. De Minister van Financiën en Openbare Werken, Graaf DE SMETt de Naeyer, (Bekend gemaakt door den Moniteur van 13-14 Februari 1905, no 44-45.) Nr 11. VERDRAG van koophandel en scheepvaart op 6 December 1891 tusschen Belgie en Oostenrijk-Hongarije gesloten. — Opzegging. Bij eene officieele mededeeling van 7 Februari 1905, heeft de heer Minister van Oostenrijk-Hongarije te Brussel, namens de Oostenrijksche Regeering en de Hongaarsche Regeering, het op 6 December 1891 tusschen België en Oostenrijk-Hongarije gesloten verdrag van koophandel en scheepvaart opgezegd, ten einde dit op 15 Februari 1906 buiten werking te doen treden (1). 's Konings Regeering heeft van deze opzegging akte gegeven. De Keizerlijke en Koninklijke Regeering heeft den wensch uitgedrukt, de handelsbetrekkingen tusschen beide landen door nieuwe verdragsbepalingen te zien regelen. Gewaarmerkt door den Algemeenen Secretaris van het Ministerie van Buitenlandsche Zaken, Bon LAMBERMONT. (Bekend gemaakt door den Moniteur van 16 Februari 1905, no 47.) (1) Eene in den Belgischen Moniteur van 1 Januari 1905, verschenen mededeeling had reeds op eene mogelijke verandering van behandeling gewezen, in de handelsbetrekkingen tusschen België en Oostenrijk-Hongarije. |