Images de page
PDF
ePub

Mededeelingen op geographisch gebied.

De Merapi op Java. In het Jaarverslag van den Topographischen Dienst over 1909 (blz. 38-53) werd een keurige beschrijving gegeven van den G. Merapi op Java. Thans vinden we in het Jaarverslag over 1913 Dl. I een mededeeling van Dr. Wurth betreffende de veranderingen van genoemden vulkaan gedurende de jaren 1909-'13. Een paar mooie foto's gaan daarmede vergezeld.

In het jaar 1883 - tegelijk met de uitbarsting van den Krakatau →→ begon zich op den vlakken kraterbodem van den Merapi een prop te ontwikkelen, die reeds na korten tijd boven den kraterwand uitstak. Deze prop bestond aan de buitenzijde uit grijsgekleurde steenpuinbrokken, die met het steiler worden der hellingen begonnen af te rollen en den omgevenden kraterbodem gingen opvullen. Bij het groeien van den prop (Goenoeng Anjar) begon ook de kern, een poreus, grofkristallijn gesteente van zwartbruine kleur, voor den dag te komen. Langzamerhand zelfs heeft de Goenoeng Anjar zijn grijzen puinmantel afgeschud en vertoont zich nu geheel en al in zijn ware kleur, n.l. het zwartbruin. Nu beginnen zelfs de afrollende zwarte steenbrokken het omliggende grijze gesteente te bedekken.

Van 1909 tot 1910 is de G. Anjar sterk in volume toegenomen, zoo zelfs, dat hij den binnensten kraterrand overgroeide. Daarna trad uiterlijk een vrij stationnaire toestand in. De prop blijft echter intusschen nog steeds aangroeien en daarmee zal het afrollend puinmateriaal voortdurend in massa toenemen en gevaar opleveren voor de omgeving. Het is wel als onwaarschijnlijk aan te nemen, dat het tot een plotselinge uitbarsting zou komen. Het poreuze gesteente geeft immers aan de gassen voldoende gelegenheid om tamelijk ongehinderd te ontsnappen.

De Permalims. — In hetzelfde „Jaarverslag" deelt de Iste Luit. Horsting een en ander mede over de Permalims in de residentie Tapanoeli. De Permalims vormen de godsdienstige secte, die vooral in de onderafdeeling Habinsaran nogal wordt aangetroffen. Zij werd in 1892 gesticht door een Batakschen Goeroe (priester), die een paar jaar te voren als gids had gereisd met een Joodschen Italiaanschen

zooloog. Van dezen had hij veel gehoord over de Israelietische en Roomsche godsdiensten. Zijn leerstellingen leidde hij dan ook af zoowel uit de Joodsche en Katholieke als uit de heidensche en moslimsche gelooven. Goeroe Somalaing zelf werd verbannen wegens het verwekken van een opstand; maar de door hem gestichte secte bestaat nog steeds. De God der Permalims is Jehova, wien zij drie maal daags aanbidden. Singa Maharadja is de middelaar tusschen Jehova en de menschen. In de dorpen van de Permalims worden geen varkens gehouden, aangezien deze dieren als onrein worden geschuwd. Voor de dorpen zelf heeft dit 't voordeel, dat het er vrij zindelijk uitziet.

Er zijn twee soorten van Permalims. De secte, waarmee Luit. Horsting kennis maakte, zijn geen directe volgelingen van bovengenoemden Goeroe Somalaing; zij noemen zich Permalims Debata. W. E. B.

[ocr errors]

De Hongersteppe ook een Katoenland. Dat de Russen in Centraal-Azië steeds meer grond voor den katoenbouw trachten beschikbaar te krijgen, blijkt wel hieruit, dat ook reeds met de bevloeiing der Hongersteppe een begin is gemaakt. Deze Hongersteppe, gelegen ten westen van het Balkasj-meer en westwaarts begrensd door de Sary-soe en de Tsjoe, is een droog en dor steppegebied; de bodem bestaat er echter uit verweerd leem en löss, die beide vruchtbaar zijn, zoodat het hier alleen aan water ontbreekt, om deze verlaten landstreek leven te brengen. Daar de Tsjoe gevoed wordt door de sneeuwvelden van den Ala-tau en het Alexandergebergte, kan ze voldoende water leveren voor besproeiing van een groote oppervlakte, terwijl de afstand van de Syr-darja niet te groot is, om ook van deze rivier irrigatiewater te betrekken. Het in 1895 bij de Syr-darja begonnen Nicolaas I-kanaal is nu vergroot en de Hongersteppe ingeleid, terwijl bovendien een tweede hoofdkanaal, het Romanow-kanaal, tot stand kwam. Beide kanalen samen zullen een groot net van zijkanalen voeden, waardoor ruim 20 000 H.A. land bevloeid zullen worden, die grootendeels voor den katoenbouw zullen kunnen worden gebruikt.

M. E. A. R.

Rusland en de zee. Het stichten van Alexandrowsk aan de ijsvrije Katharina (Jekaterinsky)-haven, aan de noordkust van 't schiereiland Kola, was een poging van Rusland, ook in den winter deel te hebben aan het wereldverkeer. Maar daarvoor is noodig aansluiting aan het Russische spoorwegnet. Het spoorwegplan voor dit doel prijkt reeds jaren op de kaarten (zie Beekman-Schuiling,

blad 41), maar van deze lijn is alleen het zuidelijk deel St. Petersburg-Petrosawodsk (aan den westoever van het Onega meer) voltooid. Het verzuim, de lijn te voltooien, komt in den thans woedenden wereldoorlog Rusland duur te staan. Het doet dan ook wanbopige pogingen, het achterstallige in te halen.

Vooreerst is er een lijn Katharina-haven-Rovaniemi (in Finland) ontworpen. Dit stadje ligt aan de Kemijoki, door welker dal een spoorlijn is gelegd van de kustlijn Uleåborg-Torneå naar genoemde plaats (zie blad 138/139 in den nieuwen, zesden druk van Andree's Handatlas). Op die wijze zou de oorlog een lijn St. Petersburg-Uleåborg-Rovaniemi-Alexandrowsk doen ontstaan.

Tevens wordt er met kracht gewerkt aan de verbinding der lijn, die eindigt bij Torneå, met de Zweedsche kustlijn, die iets hooger aan de Torneå eindigt bij Karungi (Andrée 117/118 geeft Karunki). Tot dusver bestaat er tusschen Karungi en Torneå slechts wagenverkeer, dat, nu de rivier bevroren is, door den oorlog plotseling zeer druk is geworden. Maar aan een spoorwegverbinding langs den linkeroever der rivier wordt druk gewerkt.

Thans is Karungi nog een onbeduidend plaatsje. Het bevat slechts een tweetal handelszaken, een posthouderij, een hotel, kerken en scholen. Zweedsch verstaat slechts een klein getal inwoners; de meesten spreken Finsch. Het spoorwegstation is zeer klein en eenvoudig, doch er heerscht thans een groot verkeer. Een onafgebroken stroom van reizigers van verschillende nationaliteit, veelal vluchtelingen, gaat hier door. Armen en rijken, kinderen in lompen, dames in kostbare pelzen, een deel der reizigers met stapels koffers, anderen met vuile pakken onder den arm. Alles, wat naar het Russische rijk gaat of vandaar komt, zoowel reizigers als vrachtgoed, wordt tusschen Karungi en Haparanda-Torneå met wagens vervoerd. Alleen de post, die tusschen de eindstations der wederzijdsche spoorwegen loopt, vormt een rij van 60 à 70 paarden, die dagelijks heen en weer gaan. De wagens bestaan uit voertuigen, die lang als booten zijn. Voorop staat of ligt op de knieën de Finsche voerman, die zijn ambt al schreeuwend uitoefent en steeds in den scherpsten draf of in galop rijdt. Achter in het voertuig liggen de reizigers in vellen en dekens gehuld; bovendien is het met kisten en pakken van allerlei aard opgevuld. Zoodra de Russische spoorweg, die op den oostelijken oever van de Torneå noordwaarts aangelegd wordt, gereed is, zal dit wagenverkeer tusschen Karungi en Torneå ophouden en zich beperken tot den afstand tusschen Karungi en het aan de andere zijde van de rivier liggende Finsche Karungi, tot waartoe de Russische spoorweg gelegd wordt. Tusschen de beide tegenover elkander liggende stations behoeft men dan slecht de toegevroren rivier over

te varen. De inwoners in het Zweedsche Karungi kunnen in het Finsche Karungi de booglampen zien. Aan het Russische station daar wordt dag en nacht gewerkt.

R. SCHUILING.

Schetsen voor het Onderwijs.

Benares. Meer dan Rome is voor de Katholieken, meer dan Jeruzalem is voor de Christenen, zelfs meer dan Mekka is voor de Mohammedanen, is Benares voor de Hindoe's.

Benares is een van de oudste steden in de wereld; lang vóór Rome bekend was, had Benares reeds den roep van heiligheid. In deze stad te sterven beteekent zaligheid; ja, zelfs hij of zij, die sterft op een afstand van 50 mijlen rondom deze stad, is zeker in Siwa's hemel opgenomen te worden. Men behoeft daarvoor geen Hindoe te zijn; Siwa verleent in zijn hemel ook gastvrijheid aan Joden, Christenen, Mohammedanen en Boeddhisten, indien zij maar op de heilige plek het tijdige met het eeuwige verwisselen.

Benares bezit ruim 1500 tempels en meer afgodsbeelden dan inwoners, ofschoon deze laatsten meer dan 200.000 bedragen. Iedere geloovige Hindoe gaat op zijn minst eens in zijn leven naar Benares om er te bidden in alle tempels, en te baden in de Ganges, de heilige rivier. Welgestelde Hindoe's bezoeken deze stad meermalen in hun leven en de zeer rijken hebben hier allen een eigen woning of paleis, waarin zij elk jaar eenigen tijd vertoeven om hun ziel te zuiveren van alle begane zonden en als de tijd daar is, te sterven binnen de muren van de heilige stad. Elke Hindoe-Mahoratja-vorst heeft hier zijn eigen paleis. Het aantal bedevaartgangers, dat jaarlijks van alle oorden naar Indië komt om aan alle goden offeranden te brengen en te bidden in de 1500 tempels, wordt ver over een millioen geschat. Het kost elken pelgrim zes dagen hard werken om de ronde in de 1500 tempels te doen; hij heeft daarmede alleen een afstand van 45 mijlen af te leggen. Die dagen worden dan geheel aan bidden gewijd; voor slapen en eten blijft weinig tijd beschikbaar.

Niettegenstaande Benares met haar tot het uiterste gedreven nauwe, overbevolkte straten en bazaars, met haar druk-bezochte tempels en godenhuisjes, en haar verscheidenheid van kleuren grooter dan ergens elders, een schilderachtig geheel levert ,,en er geen andere stad in

Indië is, die zulk een atmosfeer van onsterfelijke oudheid verraadt", toch verwekt deze stad een indruk van diepen weemoed en gedruktheid.

De grootste aantrekking voor de pelgrims zijn niet op de eerste plaats de vele tempels en goden, die Benares bezit; - niet de zekere heiligheid, die deze stad omgeeft, omdat Siwa, Vishnu en Brahma hier geleefd en gewoond hebben, maar in hoofdzaak, omdat de heilige rivier, de Ganges, hier een bijzonder heilige kracht bezit. Niet alleen neemt elke onderdompeling in dit water de zonden weg, die bedreven zijn, maar ook alle ziekten worden daardoor genezen. Er is een plek aan den oever der rivier, het pokkenbad genoemd, waar poklijders gebracht worden om er dagelijks te baden en dan allen genezen. Inderdaad is er iets van waar, dat dit water een tot nog toe onverklaarbare kracht bezit om ziektekiemen te dooden. Het Britsche Gouvernement heeft herhaaldelijk proeven genomen en steeds bleek, dat choleraen andere bacillen in dit water na eenige uren alle dood waren, terwijl bacillen, van dezelfde bron genomen, in volkomen zuiver water, welig tierden. Ware dat ook niet het geval, dan zou het onverklaarbaar zijn, dat van deze stad uit pest en pokken en cholera en meer zulke plagen, niet jaarlijks over heel Indie verspreid werden.

Wil men de beteekenis van de Ganges voor den Hindoe zien, dan moet men 's morgens vroeg opstaan en nog voor de zon aan de Oosterkim is verschenen reeds in een bootje gezeten zijn, zich langzaam laten op en neer roeien en het leven aan den oever der rivier gadeslaan. Wij lieten ons op een morgen zeer vroeg naar de rivier brengen. Het was een rit van bijna een half uur. De stad begon te ontwaken. De langs den weg liggende slapers rolden hun doeken, waarin zij zich neergelegd hadden, rond hun lendenen en begaven zich op weg naar de badgelegenheid. Hier en daar was een arme vrouw bezig den weg schoon te vegen en de smeden begonnen den brand te steken in hun houtvuren. Hoe dichter wij de rivier naderden, des te grooter werden de troepen menschen, die zich in dezelfde richting voorwaarts spoedden, om, zuiver uit godsdienstige overwegingen, een bad in de Ganges te nemen en hun gebeden op te zenden ter verheerlijking van een hunner goden of van de rivier, of van de zon. Maar ook, hoe meer wij de rivier naderden, hoe grooter het aantal mannen werd, dat in zelfkastijding, of in heilige overpeinzing, de eeuwige zaligheid hoopte te verwerven. Mannen, liggende op een bed van spijkers, gezeten tusschen brandende vuren; mannen, staande op één been, of met één arm in de lucht; mannen, overladen met zware ijzeren kettingen; mannen, dagen achtereen vastende, geen water of voedsel tot zich nemende, in heilig stilzwijgen, allen met asch overladen en haren, die door tusschenvlechting van de eene of

« PrécédentContinuer »