Images de page
PDF
ePub

der koninkrijken wegvallen en één algemeen volk geboren worden. Ook aan spotternijen ontbrak het echter niet:

Pénétrés d'admiration
Turc, Arabe et Tartare.
Pour encenser la nation
Arrivent à la barre.
Quelle sublime mission

La faridonanie, la faridondon.
Nous sommes libres aujourd'hui

Biribi

La Mascarade a réussi.

Geheel Parijs lachte verder om de anecdote, hoe de man, die „den Chaldaeër gespeeld had", na de mascarade bij een verkeerden persoon was terecht gekomen om zijn loon, 20 fr., te vorderen.

Toch vatten niet al zijn vijanden de zaak „en bagatelle" op; Cloots genoot zelfs de eer door niemand minder dan door den Pruisischen minister graaf Hertzberg, te worden aangevallen, die er tegen protesteerde, dat Cloots het waagde, als afgezant van het Duitsche volk op te treden.

De vraag, wat deze vertooning eigenlijk geweest is, heeft natuurlijk ook de schrijfster van ons boek bezig gehouden. Zij wijst er op, dat het geenszins een betaalde troep figuranten geweest is, al waren er enkele van die soort bij; er namen verschillende bekende vreemdelingen aan deel; van de Hollanders worden o. a. een Van de Poll, Abbema en van Boetzelaar genoemd. Zij ziet in de deputatie volstrekt geen dwaasheid maar een poging om de gedachte der propaganda door een symbolische handeling nader tot het Fransche volk te brengen; de vrijheid, die het volk pas veroverd had, moest aan de geheele wereld gebracht worden.

Nog op een andere wijze trachtte Cloots zijn liefste denkbeeld te verwezenlijken; hij schreef kort daarna zijn belangrijkste werk La République Universelle, een achttiende-eeuwsche Utopia, waarin hij uiteenzet, hoe een wereldstaat eindelijk aan den mensch geluk en vrijheid zou brengen. De Fransche straatwegen zullen tot in China verlengd worden; geen grenzen zullen het verkeer meer tegenhouden; hij pleit voor algemeene verdraagzaamheid, voor afschaffing der legers; voor één wereldtaal (de Fransche!); Parijs zou het middelpunt der wereld worden. Het is een werk, dat wel bespot werd, maar door een man als Condorcet, zelf ook een theoreticus trouwens, gunstig werd ontvangen.

Langzamerhand begon Cloots in Parijs een man van beteekenis te worden; de tijdgenooten, met uitzondering van Madame Roland — die een bepaalde veete tegen hem heeft, spreken in den regel

-

vrij gunstig over hem. Tijdens de paniek, welke een gevolg van de invasie der bondgenooten was, behield hij zijn vertrouwen in de toekomst der revolutie; hij was onder de eersten die de afzetting van den koning verlangden; twee dagen na de schorsing van den koning wenscht hij de Legislative geluk met haar kloeke daad. Hij deed moeite uit Duitsche emigranten een Germaansch legioen bijeen te brengen, dat bij de 1500 man heeft geteld, en verspreidde revolutionnaire lectuur in Duitschland. Al dit werk vond ook erkenning; met een aantal andere beroemde buitenlanders als Priestley, Wilberforce, Pestalozzi, Klopstock, Kosciusko en Schiller werd hem het Fransche burgerrecht verleend.

[ocr errors]

Koortsachtig is in dezen tijd zijn werkzaamheid. Op den 27en Aug. herdenkt hij in een adres aan de Legislative de daad van Brutus" Ankarstrom, den moordenaar van Gustaaf van Zweden; den 6 September vraagt hij de bijzetting van Gutenberg, den grooten weldoener der menschheid, „den eersten revolutionnair", in het Pantheon, waarop de voorzitter antwoordt, dat men vol pieteit moeite zal doen om de urn van den grooten man te laten opzoeken. De Septembermoorden juicht hij toe als een voorzichtigheidsmaatregel, dien het gezond verstand het volk voorgeschreven heeft.

Zooveel patriottisme vond ook in anderen zin erkenning; hij werd voor twee districten tot lid van de Conventie gekozen. Als zoodanig heeft hij vooral getracht het plan zijner algemeene Republiek" tot verwezenlijking te brengen; op zijn aandrang werd. besloten tot de aanhechting van Savoye; hij drong er op aan, dat Dumouriez een tocht naar Amsterdam zou wagen; de Rijnmonding moest in Fransch bezit komen.

Bovendien mengde hij zich in den strijd tusschen de Montagne en de Girondijnen. Lang was hij met vele der laatsten bevriend geweest; hun strijd met Parijs, hun op den voorgrond stellen der rechten van de departementen bracht echter den steeds fanatieker optredenden redenaar der menschheid met hen in conflict. Hij bestreed hen in een reeks van pamfletten, die in felheid met de geschriften van Marat wedijverden, en die door Desmoulins zeer geprezen worden; zij hebben zeer zeker tot den val der Girondijnen bijgedragen.

Maar inmiddels begon zijn positie in sommige opzichten zwakker te worden. De slag bij Neerwinden maakte het scheppen eener algemeene republiek in afzienbaren tijd onuitvoerbaar; politici als Danton zagen in dat dergelijke droombeelden gevaarlijk waren en dat het beter was politiek op praktischer grondslag te voeren; het bereiken der natuurlijke grenzen was het eenige, waarnaar nog met eenige kans op succes gestreefd kon worden.

[ocr errors]

Maar reeds had een nieuwe zaak Cloots' aandacht geheel getrokken, de strijd tegen het Christendom. Met Chaumette wist hij Gobel, den aartsbisschop van Parijs, te bewegen zijn priesterlijke functie neer te leggen; drie dagen later werd te Parijs het eerste feest der Vrijheid en der Rede" gevierd; alle idealen zijner jeugd schenen in vervulling te komen. Hoezeer in deze dagen zijn invloed gestegen was, bewijst het feit, dat hij den 11den November 1793 tot president der Jacobijnen-club werd gekozen.

Maar zijn invloed zou niet duurzaam zijn. Sedert lang reeds stond hij op vijandigen voet met Robespierre, die zijn oorlogszuchtige propaganda sterk afkeurde; Cloots' atheïsme verwijdde de kloof tusschen beide mannen nog meer. Weldra begon Robespierre zijn veldtocht tegen den atheïst, die de Franschen in geheel Europa gehaat maakte"; hij maakte hem als vreemdeling verdacht en beschuldigde hem van met het buitenland te heulen. Naast Robespierre trad Desmoulins op, die hem zijn oude betrekkingen tot de Girondijnen voor de voeten wierp.

Eerst werd hij in de club der Jacobijnen aangevallen; het waren vooral zijn betrekkingen met een paar Hollandsche bankiers, die zaakgelastigden van gravin Dubarry geweest waren, waarover men hem lastig viel; hij werd een spion genoemd, een omgekochte, die door zijn excentriciteiten Frankrijk in discrediet moest brengen. Na een felle rede van Robespierre werd aan Cloots het recht om te antwoorden ontzegd en in diepe stilte verliet hij de vergadering.

Dit was echter slechts het begin; weldra werd de strijd in de Conventie voortgezet; den 6en Nivose werd hem zijn recht om in de Conventie zitting te nemen bij besluit dezer vergadering ontnomen; twee dagen later werd hij gevangen genomen en in het Luxembourg opgesloten.

Het proces duurde slechts kort. Men had er een amalgama van gemaakt; zijn zaak werd gelijk met die van Hébert, Momoro en o. m. van den Hollandschen bankier Kock in behandeling gebracht. Alle gevangenen werden beschuldigd aan één groote samenzwering te hebben deelgenomen. Het geheele proces was, zooals Aulard opmerkt, een parodie op het recht; zonder verdedigers te hooren werd het schuldig uitgesproken; aan Cloots werd vooral het begunstigen der vlucht van een verdacht persoon en het propageeren van het denkbeeld der algemeene republiek ten laste gelegd.

Zoo zou aan dit veel bewogen leven een einde komen. Één zaak dient erkend te worden: aan moed om te sterven ontbrak het hem niet. Terwijl mannen als Momoro en Hébert weeklaagden en elkaar verwijten toevoegden, haalde hij hooghartig de versregels aan:

Je rêvais cette nuit que de mal consumé
Côte à côte d'un gueux on m'avait inhumé
Et que blessé pour moi d'un pareil voisinage.
En mort de qualité je lui tins ce language...

Ook op weg naar het schavot bleef hij zijn verleden trouw. Onder het gejoel van het gepeupel gingen de karren door de Rue St. Honoré, langs de Jacobijnenclub naar de Place de la Révolution. Toeschouwers hadden plaatsen gehuurd om den treurigen optocht gade te staan; honend herhaalde het volk de kreet, die de colporteurs van Hébert's dagblad zoo vaak hadden doen hooren: „il est bougrement en colère le Père Duchesne". Hébert was de wanhoop nabij en viel herhaald in bezwijming; Cloots daarentegen bleef kalm tot het einde; naar men beweert had hij verzocht het laatst te mogen sterven om nog tijd voor overdenking te winnen.

D. B.

Kijkjes in en om Basoeto-land.

Het is een feit, dat voor zeer veel Nederlanders tot heden ten dage de naam Zuid-Afrika een vrij vaag idee aanduidt. Iedereen weet wat van den oorlog, die daar een jaar of veertien, vijftien geleden gevoerd werd en onwillekeurig voelen we een soort van bloedverwantschap met de Transvaalsche en Vrijstaatsche boeren, zoodat hun zaak min of meer onze zaak schijnt, maar overigens weten vele Hollanders niet veel meer van Zuid-Afrika als een geheel, dan wat zij nu en dan eens in een boek over den laatsten oorlog lazen en ze kennen het land als zoodanig gewoonlijk alleen in zooverre, als ze eens toevallig een plaatje van een of ander bekend slagveld hebben gezien.

Ik moet eerlijk bekennen, dat wat ik hier nu neerschrijf, eigenlijk volkomen voor mij gold, zoolang ik in Nederland was. Men kent den naam Kaffer en men weet, dat hij een zwarte huid heeft, maar alweer, ten minste wat mij persoonlijk aanging, veel verder gaat de kennis niet.

Daar ik door mijn verblijf in Zuid-Afrika en vooral door het feit, dat mijn werkkring mij toelaat lange vacantiereizen te ondernemen, nu in staat was gesteld om wat nader met Zuid-Afrika en zijn bewoners kennis te maken, heb ik van deze gelegenheid gebruik gemaakt om een toertje te doen door de Kaap-Kolonie, Oranje-Vrijstaat en een deel van Basoetoland. De verschillende

opmerkingen, waartoe dit reisje mij in staat stelde, wil ik trachten in dit artikel bijeen te brengen. Ik stel mij voor, eerst in 't algemeen een en ander mede te deelen over de reis zelve en dan over te gaan tot het bespreken van datgene, wat ik tijdens mijn verblijf in Basoetoland van de gewoonten en gebruiken der bewoners te weten kwam.

Wij, Europeanen, zijn over 't algemeen erg verwend op het punt van snelheid van reizen. Een trein die 40 K.M. per uur loopt, vinden we een vreeselijken boemel en alles wat onder de zestig blijft, telt bij ons haast niet mee. Wanneer we op een kruispunt tien minuten moeten wachten, omdat een andere trein moet pas

« PrécédentContinuer »