Images de page
PDF
ePub

Toestand op 1 April 1908.

A. Opgaaf der Staten, voor wie de ter 1ste Vredesconferentie geteekende verdragen en verklaringen (Staatsblad 1900 no. 163) verbindend zijn.

I. Het verdrag voor de vreedzame beslechting van internationale geschillen:

Argentinië, Amerika (Vereenigde Staten van), België, Bolivia, Brazilië, Bulgarije, Chili, China, Columbia, Cuba, Denemarken, Dominicaansche Republiek, Duitschland, Ecuador, Frankrijk, Groot-Britannië, Griekenland, Guatemala, Haiti, Italië, Japan, Luxemburg, Mexico, Montenegro, Nederland, Nicaragua, Noorwegen, Oostenrijk-Hongarije, Panama, Paraguay, Peru, Perzië, Portugal, Rumenië, Rusland, Salvador, Servië, Siam, Spanje, Turkije, Uruguay, Venezuela, Zweden en Zwitserland.

II. Het Verdrag betreffende de wetten en gebruiken van den oorlog te land:

Dezelfde Staten als vermeld onder I en daarenboven Corea en Honduras.

III. Het Verdrag betreffende de toepassing op den zeeoorlog van de beginselen der Conventie van Genève zan 22 Augustus 1864:

Dezelfde Staten als vermeld onder II.

IV. 1o. De verklaring houdende verbod van het werpen van projectielen of ontplof bare stoffen uit ballons of op dergelijke nieuwe wijzen:

Deze verklaring is sedert 4 September 1905 vervallen als zijnde aangegaan voor een duur van 5 jaren.

IV. 20. De verklaring houdende verbod tot het bezigen van projectielen met het eenige doel verstikkende of vergiftige gassen te verspreiden:

België, Bulgarije, China, Denemarken, Duitschland, Frankrijk, Groot-Britannië, Griekenland, Italië, Japan, Luxemburg, Mexico, Montenegro, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk-Hongarije, Perzië, Portugal, Rumenië, Rusland, Servië, Siam, Spanje, Turkije, Zweden en Zwitserland.

IV. 3o. De verklaring houdende verbod tot het bezigen van kogels, welke zich in het menschelijk lichaam gemakkelijk uitzetten of vervormen, zooals kogels met harden mantel, waarvan de mantel niet geheel de kern dekt of van inkervingen voorzien is:

Dezelfde Staten als vermeld onder IV 20.

B. Opgaaf der Staten, voor wie de Conventie betreffende de hospitaalschepen dd. 's Gravenhage 21 December 1904 (Staatsblad 1907, no. 94) verbindend is:

Amerika (Vereenigde Staten van), België. China, Corea, Denemarken, Duitschland, Frankrijk, Griekenland, Guatemala, Italië,

1908

23 Oct.

Gelet op art. 27 der herziene Rijnvaartakte van 17 October 1868 voorzooveel noodig goedgekeurd bij de wet van 4 April 1869 (Staatsblad no. 37);

De Raad van State gehoord, advies van 30 Juni 1908 no. 41;

Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Ministers van 17 Juli 1908 no. 3940, Afd. Nijverheid, en van 20 Juli 1908 no. 57, Afd. Invoerrechten;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1 van het Kon. Besluit van 29 Juni 1869 (Staatsblad no. 111) te lezen als volgt:

,,In de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Dordrecht, Nijmegen, Tiel en Arnhem wordt het toezicht op de inrichtingen en werktuigen ten dienste van de lading en van de lossing van handelsgoederen en op de havenpolitie voorzooveel de Rijnvaart betreft, opgedragen aan de bestaande commissie voor de Rijnvaart of wel aan een of meer bijzondere commissarissen. Gelijk toezicht wordt aan die commissie of aan die commissarissen opgedragen met betrekking tot de inrichtingen en werktuigen ten dienste van den opslag van handelsgoederen in entrepôt voorzoover in de gemeente een entrepôt aanwezig is of anders mocht worden gesticht."

Onze Ministers van Landbouw, Nijverheid en Handel en van Financiën, zijn belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en in afschrift aan den Raad van State medegedeeld zal worden.

Het Loo, den 24sten Juli 1908.

De Minister van Landbouw, Nijverheid
en Handel,

(w. g.) A. S. TALMA.

De Minister van Financiën,
(w. g.) KOLKMAN.

(w. g.) WILHELMINA.

Uitgegeven 19 Augustus 1908
De Minister van Justitie,
(w. g.) NELISSEN.

Ce Arrêté se trouve dans le no. 273 de Journal Officiel.

N°. 1019. Arrêté concernant la publication des noms des puisssances qui ont adhéré à la Déclaration de Paris du 16 Avril 1856.

WD WILHELMINA, BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE-NASSAU, ENZ., ENZ., ENZ.

Het wenschelijk achtende bekend te maken de namen der Staten, Partijen tot de Verklaring van Parijs, betreffende beginselen van zeerecht in

oorlogstijd van 16 April 1856, waarvan een lijst met de namen, benevens de tekst, met vertaling, dier Verklaring aan dit besluit gehecht zijn,

Op de voordracht van Onzen Minister van Buitenlandsche Zaken van den 19den October 1908, no. 17775, Directie van het Protocol;

Hebben goedgevonden en verstaan:

de bekendmaking dier lijst, waarbij evengenoemde Verklaring met vertaling is gevoegd, te bevelen door plaatsing van dit besluit in het Staatsblad.

Onze Ministers, Hoofden van Departementen van Algemeen Bestuur, zijn belast, ieder voor zooveel hem betreft, met de uitvoering van hetgeen ten deze vereischt wordt.

Het Loo, den 23sten October 1908.

WILHELMINA.

De Minister van Buitenlandsche Zuken,

R. DE MAREES VAN SWINDEREN.

Uitgegeven den elfden November 1908
De Minister van Justitie,
NELISSEN.

De Staten, Partijen tot de hieronder met vertaling afgedrukte Verklaring van Parijs, betreffende beginselen van zeerecht in oorlogstijd, dd. 16 April 1856, zijn in alphabetische volgorde:

Argentinië, België, Brazilië, Chili, Denemarken, Duitsche Rijk, Ecuador, Frankrijk, Griekenland, Groot-Britannië en Ierland, Guatemala, Haïti, Italië, Japan, Mexico, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk-Hongarije, Peru, Portugal, Rusland, Salvador, Spanje, Turkije, Zweden, Zwitserland.

[blocks in formation]

devoirs en pareille matière donne lieu, entre les neutres et les belligérants, à des divergences d'opinion qui peuvent faire naître des difficultés sérieuses et même des conflits;

Qu'il y a avantage, par conséquent, à établir une doctrine uniforme sur un point aussi important;

Que les plénipotentiaires, assemblés au congrès de Paris, ne sauraient mieux répondre aux intentions dont leurs Gouvernements sont animés, qu'en cherchant à introduire dans les rapports internationaux des principes fixes à cet égard;

Dûment autorisés, les susdits plénipotentiaires sont convenus de se concerter sur les moyens d'atteindre ce but, et, étant tombés d'accord, ont arrêté la Déclaration solennelle ci-après :

1o. La course est et demeure abolie;

2o. Le pavillon neutre couvre la marchandise ennemie à l'exception de la contrebande de guerre ;

3o. La marchandise neutre, à l'exception de la contrebande de guerre, n'est pas saisissable sous pavillon ennemi;

4o. Les blocus, pour être obligatoires, doivent être effectifs, c'està-dire maintenus par une force suffisante pour interdire réellement l'accès du littoral de l'ennemi.

Les Gouvernements des plénipotentiaires soussignés s'engagent à porter cette Déclaration à la connaissance des Etats qui n'ont pas été appelés à participer au

recht en de verplichtingen ten deze tusschen de onzijdige en de oorlogvoerende Staten tot verschil van meeningen aanleiding geeft, waaruit ernstige moeilijkheden en zelfs botsingen kunnen voortvloeien;

dat het bijgevolg nuttig is, ten aanzien van een zoo belangrijk punt een eenvormig stelsel aan te

nemen;

dat de op het Congres te Parijs vergaderde gevolmachtigden niet beter aan de bedoelingen hunner Regeeringen kunnen beantwoorden, dan door te beproeven om in de internationale betrekkingen vaste beginselen te dezen aanzien in te

voeren ;

zoo zijn de voorzegde gevolmachtigden, behoorlijk daartoe gemachtigd, overeengekomen om zich onderling omtrent de middelen tot bereiking van dat doel te verstaan, en hebben, na het dienaangaande te zijn eens geworden, de volgende plechtige Verklaring vastgesteld:

1o. De kaapvaart is en blijft afgeschaft;

2. De onzijdige vlag dekt de vijandelijke lading, met uitzondering van oorlogs-contrabande;

3o. De onzijdige lading, met uitzondering van oorlogs-contrabande, kan, ook onder vijandelijke vlag varende, niet in beslag worden. genomen ;

4o. De blokkaden moeten, om verbindend te wezen, effectief zijn, dat is: zij moeten gehandhaafd worden door strijdkrachten, die voldoende zijn om metterdaad den toegang tot de kusten des vijands te beletten.

De Regeeringen der ondergeteekende gevolmachtigden verbinden zich om deze Verklaring ter kennis. van de Staten te brengen, die niet tot deelneming aan het Congres te

Congrès de Paris et à les inviter Parijs geroepen zijn geworden, en à y accéder.

Convaincus que les maximes qu'ils viennent de proclamer ne sauraient être accueillies qu'avec gratitude par le monde entier, les plénipotentiaires soussignés ne doutent pas que les efforts de leurs Gouvernements pour en généraliser l'adoption ne soient couronnés d'un plein succès.

La présente Déclaration n'est et ne sera obligatoire qu'entre les Puissances qui y ont ou qui y auront accédé.

Fait à Paris,

le 16 avril 1856.

om hen uit te noodigen daartoe
toe te treden.

Overtuigd dat de beginselen,
welke zij hierboven hebben vast-
gesteld, niet dan met dankbaarheid
door de geheele wereld zullen
worden aangenomen, twijfelen de
ondergeteekende gevolmachtigden
niet, of de bemoeiingen hunner
Regeeringen, om de algemeene
erkenning daarvan te bevorderen,
zullen met den besten uitslag be-
kroond worden.

De tegenwoordige Verklaring is en zal alleen verbindend zijn tusschen de Mogendheden, die tot haar zullen zijn toegetreden.

Gedaan te Parijs, den 16 April 1856.

Cet Arrêté se trouve dans le no. 325 du Journal Officiel.

No. 1020. Convention de Berne revisée pour la protection des œuvres littéraires et artistiques, conclue entre l'Allemagne, la Belgique, le Danemark, l'Espagne, la France, la Grande Bretagne, l'Italie, le Japon, la République de Liberia, le Luxembourg, Monaco, la Norvège, la Suède, la Suisse et la Tunisie.

Sa Majesté l'Empereur d'Allemagne, Roi de Prusse, au nom de l'Empire allemand; Sa Majesté le Roi des Belges; Sa Majesté le Roi de Danemark; Sa Majesté le Roi d'Espagne; Le Président de la République Française; Sa Majesté le Roi du Royaume-Uni de la Grande-Bretagne et d'Irlande, Empereur des Indes; Sa Majesté le Roi d'Italie; Sa Majesté l'Empereur du Japon; Le Président de la République de Libéria; Son Altesse Royale le Grand-Duc de Luxembourg, Duc de Nassau; Son Altesse Sérénissime le Prince de Monaco; Sa Majesté le Roi de Norvège; Sa Majesté le Roi de Suède; Le Conseil Fédéral de la Confédération Suisse; Son Altesse le Bey de Tunis;

Egalement animés du désir de protéger d'une manière aussi efficace et aussi uniforme que possible les droits des auteurs sur leurs oeuvres littéraires et artistiques ;

Ont résolu de conclure une Convention à l'effet de reviser la Convention

1908

13 Nov.

« PrécédentContinuer »