Images de page
PDF
ePub

DE ONTWIKKELING VAN HET HANDELSVERKEER VAN HOLLAND MET OOST-EUROPA TOT HET EINDE DER 16e EEUW

DOOR

DR. E. C. G. BRÜNNER.

Inleiding.

Reeds in de vroege middeleeuwen speelde Oost-Europa een belangrijke rol in het handelsverkeer. Noorsche kooplieden haalden hier de pelswaren, die door hen gebracht werden naar Gothland en Sleeswijk, van waar ze vervoerd werden naar Dorestad 1). In de 11e eeuw kwamen er in dit handelsverkeer belangrijke wijzigingen, welke deess in verband gebracht moeten worden met de verschuivingen in de handelsbetrekkingen, gevolg van den ondergang van den Noorschen handel en de opkomst der steden in het Duitsche rijk, deels echter ook in samenhang staan met de vorming van Staten in Oost-Europa. Hier toch kwam in 't noorden Novgorod tot ontwikkeling, een staat, die zijn gezag uitstrekte over het tegenwoordige Perm, Petsjora en Jugra, van beteekenis niet alleen door den rijkdom aan zilver, maar ook door de aanwezigheid van pelsdieren. Gaandeweg werd de stad Novgorod een belangrijk handelscentrum, waar verschillende wegen samenkwamen. Over Smolensk en Kiev leidde de zgn. Grieksche weg naar Constantinopel, terwijl over Tvercza, Torzok, Susdal en Twer de weg ging, waarlangs de waren uit Oost-Azië werden aangevoerd. Was Novgorod hierdoor een stapelplaats voor Aziatische en Byzantijnsche goederen, uit het eigen land kreeg het pelswaren, terwijl uit Zuid-Finland nog was werd

1) A. Bugge, Die Nordeuropäischen Verkehrswege im Mittelalter, p. 271, 276. (Viert. Soc. und Wirtschaftsgesch. B. IV). L. K. Goetz, Russisch-Deutsche Handelsgeschichte des Mittelalters (Lübeck 1922), p. 22. Tijdschrift voor Geschiedenis.

23

aangevoerd. Vóór de 13e eeuw brachten de kooplieden uit Novgorod de waren naar Lübeck en de andere Oostzeesteden 1).

In 't zuiden van het tegenwoordige Rusland was Kiev een staat van beteekenis geworden. Door een weg verbonden met Novgorod, werd de stad Kiev een handelscentrum, vanwaar de in Novgorod aangevoerde waren vervoerd konden worden naar het westen. Over Lemberg en Krakau ging het vervoer, gedeeltelijk langs de Donau, naar Neurenberg en Regensburg. 't Vervoer langs dezen weg was voornamelijk in handen van Russen.

Zoo kreeg men in Centraal Europa als stapelplaatsen voor Russische, Oost-Aziatische en Byzantijnsche waren Lübeck, Neurenberg en Regensburg, van waar de goederen getransporteerd werden naar Brugge. Lübeck maakte daarbij gebruik van den zeeweg, Neurenberg van den Rijnweg via Dordrecht, Regensburg van den Rijnweg via Keulen en Maastricht. Alleen aan het vervoer langs den derden weg hebben bewoners van de Nederlandsche gewesten deelgenomen. Kooplieden uit Maastricht komen voor op de markt te Regensburg ten einde pelswaren te halen en te vervoeren naar Brugge. Aan het transport langs de beide andere wegen namen geen bewoners dezer landen deel, wel echter had Dordrecht voordeel van den handel in pelswaren door zijne ligging aan den weg naar Brugge. Reeds in 1287 kwamen Lübecker kooplieden in Dordrecht met pelswaren 2).

In de 13e eeuw neemt de vaart van Novgoroder kooplieden naar het westen een einde. De kooplieden uit de Oostzeesteden, waarbij vooral aan Lübeck gedacht moet worden, verder ook uit Groningen, kwamen zelf de waren halen uit Novgorod, dat echter zorg droeg een rechtstreeksch verkeer van de vreemdelingen met de Russen te verhinderen, terwijl de handel op Zuid-Finland belet werd onder voorgeven, dat de veiligheid van het verkeer niet voldoende gewaarborgd kon worden).

Gaandeweg werden belangrijke centra voor het verkeer met Rusland Reval en Riga. Van Reval ging de weg over Pskow naar Novgorod,

1) L. K. Goetz o. c. p. 7-9. Höhlbaum, Die Gründung der deutschen Kolonie an der Duna (Hans. Gesch. 1872), p. 50.

2) A. Kiesselbach. Die wirtschaftlichen Grundlagen der Hanse. (1907) p. 111. E. Daenell, Die Blütezeit der Hanse (1905) I. p. 91; II p. 259, 265. Hennig, Zur Verkehrsgeschichte Ost und Nord Europas (Hist. Zeitschr. 1916) p. 16; Wassilievsky, Kievs Handel mit Regensburg (Verh. Hist. Ver. Oberpfaltz und Regensburg B. LVII) p. 214, 220; Müller, Der Umfang und die Hauptrouten des Nürnberger Handelsgebietes im Mittelalter (Viert. Soc. und Wirtschaftsgesch. B. VIII) p. 23, 26, 37. — H. U. I 1033, II 658, III 396, IV 82, 965.

3) L. K. Goetz, o. c. p. 448; dez. Deutsch-Russische Handelsverträge (1916) p. 129, 270, 291.

terwijl van Riga de weg ging of over Dorpat en Pskow of over Poloszk, Velikija langs de Lowat. Een derde centrum, zij het dan ook niet in beteekenis gelijk aan Reval en Riga, werd Narwa. Van deze drie genoemde steden haalden de Lübecker Novgorodvaarders de waren, die uit Lübeck verder naar het oosten werden getransporteerd, terwijl deze stad ook zorgde voor het transport van de Westersche waren naar 't Oosten 1). Alle moeite deden Reval en Rival om het monopolie van den handel op Novgorod in handen te krijgen. Het gelukte hun echter niet. Niet alleen uit de andere Oostzeesteden maar ook uit Deventer verschenen er kooplieden in het Dunagebied. De Hollanders, die in het begin der 15e eeuw in het oostelijk deel van de Oostzee verschenen, kwamen ook spoedig met hun waren te Novgorod en trachten hun deel te verkrijgen aan den handel in Russische waren. Voor 't eerst worden Hollandsche kooplieden te Novgorod aangewezen in 1426. Doch niet alleen met 't verkeer op deze stad stelden zij zich tevreden. Ook Zuid-Finland, waar de stad Åbo gelegen was, werd bezocht 2).

De Zweedsche regeering, die steeds geneigd was den handel der Hanzesteden moeilijkheden in den weg te leggen door haar concurrenten te steunen, zocht het verkeer der Hollanders met de Finsche steden te bevorderen. Zoo gaf de Zweedsche rijksraad in 1487 aan Amsterdamsche kooplieden het recht handel te drijven op Viborg. Bij gebrek aan nadere gegevens is het niet mogelijk een denkbeeld te vormen van den omvang van den Hollandschen handel. Eenige beteekenis moet deze echter wel gehad hebben, daar de Hanzesteden het noodig achtten maatregelen te nemen tegen het leeren van de Russische taal door Hollanders (Hanzedagen van Lübeck in 1423, 1426; van Wolmar 1434 enz.) ").

In 't eind van de 15e eeuw ontstond er door de verovering van Novgorod door Ivan den Verschrikkelijke van Moskou een belangrijke verandering in het handelsverkeer tusschen Oost-Europa en het Westen. De Moscovitische vorsten wilden Moskou maken tot het centrum van den handel.

Alvorens ons echter bezig te houden met de verdere ontwikkeling van het verkeer is het noodig een blik te werpen op de handelsobjecten

1) L. K. Goetz, Deutsch-Russ. Handelsgeschichte etc. p. 199, 201, 204, 205, 227.

-

2) L. K. Goetz, Deutsch-Russ. Handelsgesch. etc. p. 427 e. V. W. Stieda, Schiffahrtsregister (Hans. Gesch. 1884) p. 81. J. Kulischer, Russische Wirtschaftsgesch. (1925) p. 133. Vgl. ook W. Meyer, Handelsbez. zwischen Holland und Livland. (Balt. Mon. 1912 p. 267-286, 347-362). 3) Hans. Urk. XI 186. Hanse Recesse (2e Abt.) I. 7 no. 609 § 23; I 8. no. 59 § 18; II 1. no. 226 § 8; etc.

ten einde een denkbeeld te krijgen van de beteekenis, welke OostEuropa gaandeweg voor het Westen had verkregen. Van de OostEuropeesche export-artikelen bekleedden de eerste plaats de pelswaren, terwijl daarnaast genoemd moeten worden rogge, paarden en zuivelproducten. Deze laatste artikelen werden voornamelijk geleverd door Zuid-Finland, dat ook beteekenis had door den teerexport.

Objecten van invoer waren haring, zout, laken, wijn enz. Onder het laken, dat geïmporteerd werd, komt voor Naardensch, Leidsch en Deventersch laken. 't Is niet onmogelijk, dat een deel van dit laken via Deventer zijn weg vond naar de Oostzeesteden. Aan den import van zout en haring namen de Hollanders in het begin der 15e eeuw zelf deel1).

II.

't Scheepvaartverkeer tusschen Holland e n Oost-Europa in de 16e eeuw.

De ontdekking van den zeeweg naar Indië had de aandacht van West-Europa en Italië op dit land gevestigd. De begeerte, om de Indische producten te verwerven en desnoods het monopolie van het vervoer in handen te kunnen krijgen, maakte, dat er moeite gedaan werd om een anderen weg te vinden, dan dien, welke ging om Kaap de Goede Hoop. In verband hiermede werden verbindingen aangeknoopt met 't Moscovitische rijk ten einde iets te weten te komen omtrent den weg langs de Wolga naar het Oosten. Zoo was in 1520 een Genuees Paolo naar Moskou gegaan om onderzoek te doen. Een soortgelijke poging vond plaats in 1525). Gemakkelijker werd de verbinding met Moskou, toen het Dwina-gebied onder het gezag van de Moscovitische vorsten was gebracht, waardoor men over zee 't Moscovitische rijk in 't noorden kon bereiken, zonder last te hebben van den Sonttol. Men hoopte den handel langs dezen weg te kunnen beheerschen, terwijl tevens de mogelijkheid geopend werd over land

1) J. Kulischer, Russische Wirtschaftsgeschichte p. 149. L. K. Goetz, Deutsch-Russische Handelsgesch. etc. p. 312, 427. In 't begin der 15e eeuw hadden de Hollanders de Duitschers verdrongen uit de Baaivaart vgl. A. Agats, Der Hansische Baienhandel (diss. Heidelberg 1904). Over de beteekenis van Deventer als handelscentrum vgl. E. C. G. Brünner, Een Hoornsch koopmansboek (Ec. Hist. Jaarb. X 3—79). Hans. Urk. X 72, 690; XI 450.

2) J. Hamel, England and Russia (1854; Eng. vert. door J. Studdy Leigh) p. 47.

Indië te bereiken. Het waren Engelschen die onder leiding van Sebastiaan Cabot in 1552 een poging in deze richting gedaan hebben. Opgericht werd de Cie of merchants adventurers for the discoverie of Regions, Dominions, Islands and Places unknown, die in 1553 schepen uitrustte, welke onder leiding van Sir Hugh Willoughby en Richard Chancelor de Witte Zee bereikten. 't Gelukte Chancellor in Moskou te komen. Hiermede waren de handelsrelaties begonnen tusschen het Moscovitische rijk en Engeland, welke een monopolie bleven in handen van de bovengenoemde Cie., die in latere jaren bekend is geworden onder den naam van Moscovy Cie. 1).

Toen nu de Moscovitische vorst zijn gezag uitbreidde naar 't Zuiden, zich meester maakte van Kazan en Astrakan, scheen de mogelijkheid over land Indië te kunnen bereiken verwezenlijkt te zullen worden. De Moscovitische Cie. zond reeds in 1557 een expeditie uit onder leiding van Jenkinson, die den landweg moest zoeken 2).

't Was te voorzien, dat het succes van de Engelschen de kooplieden te Antwerpen prikkelde. In 1565 vaart voor 't eerst een Hollandsch schip langs de kust van Noorwegen naar de Witte Zee. Het volgende jaar voeren uit Antwerpen Simon van Salingen en Cornelius de Meyer naar Lapland en gingen van daar naar Moskou 3).

De relaties van de Nederlanden met het Moscovitische rijk hebben zich echter niet op analoge wijze ontwikkeld als in Engeland. Het ontbrak aan een organisatie van dit verkeer. 't Waren slechts op zich zelf staande pogingen, welke in 't eerst uitgingen van het Antwerpensche koopmansgeslacht de la Faille en die geleid hebben tot 't vestigen van relaties met 't aan de Witte Zee gelegen klooster Soloweskij (1568-1570), van waar uit verbindingen werden aangeknoopt met Moskou *).

Behalve van den weg om de noord maakte de Nederlanders ook gebruik van den weg over Narva om Moskou te bereiken. De handel der Hollanders op deze stad was in het begin van de 16e eeuw tot 1) Studies in the History of Engl. Commerce in the Tudor Period by A. J. Gerson, E. V. Vaughn en N. Ruth Deardorff. (Un. of Penn. 1912) p. 2 e. v., 11, 24. J. W. Burgon, The Life and Times of Sir Thomas Gresham (1839) I 47; 370 e. v.

2) Studies in the History of Engl. Commerce in the Tudor Period etc. p. 130 e. v. J. Kulischer, Russische Wirtschaftsgesch. p. 163, 169.

3) Hamel, England and Russia p. 90, 182. Bij de Hollanders had men ook 't doel Indië te bereiken. De zgn. tochten om de noord waren hierop gericht. In 1592 vond een dergelijke tocht plaats. Journ. Jan Hendrik Dirksz. van Zutfen. A. R. A. Den Haag. Aanw. 54. Vgl. I Lubimenko, Der Markt zu Moskou Kampfplatz zwischen Engl. und Holl. c. 1. (Russ. Vergangenheit IV 1923).

*) Hamel, England and Russia etc. p. 191, 223.

« PrécédentContinuer »