Images de page
PDF
ePub

ketterjager tegenover den verdraagzamen (ofschoon evenmin beminnelijken) Bayle. 1)

Men zij met dat al in zijn oordeel voorzichtig. Ook Calvijn was zulk een ketterjager, maar wie zijn correspondentie opslaat, zal toch telkens weer onder den ruigen mantel een warm en liefhebbend hart ontdekken.,,Wie erstaunt", zegt Paul Wernle,,,war ich aber, als ich zum ersten Mal an die Briefe des Mannes geriet und mich anschickte an ihrer Hand von Jahr zu Jahr sein Leben zu durchwandern". En even verder spreekt hij van ,,ein übermächtiges, in sich geschlossenes und mit sich versöhnendes Lebensbild, dessen Zauber ich trotz allem Widerstreben unterlag". ")

Met dezelfde warmte te spreken over Jurieu's,,Lettres pastorales" is me niet mogelijk, maar toch, de getuigenissen zijn er, dat ook deze menig tijdgenoot tot troost geweest zijn.

En dan: welk een activiteit. Het is niet alleen van 's mans vechtlustigheid, dat de acten der synoden getuigen. Op de vergadering te Leiden van Mei 1691 wordt bekend gemaakt, dat Jurieu,,a fait connaître à la Commission qu'il avait reçu de Brandebourg une somme considérable, produite par une collecte, qu'il y avoit sollicitée, laquelle il espéroit qui pourroit suffire pour racheter ce qui reste encore de nos frères captifs à Alger" (art. 41).

Het meest bezwaar heb ik tegen een beschouwing in mej. Serrurier's overigens zoo verdienstelijk proefschrift, als ze zegt (op blz. 104): „Il eut le don de se faire craindre et admirer à la fois. Ce pasteur vérifiait le proverbe que pour avoir de l'importance il faut commencer par s'en donner". In de eerste plaats moeten we er ons toch voor wachten de beteekenis te onderschatten van iemand, die in een fel bewogen tijd zijn geloof in een zestigtal geschriften verdedigde. En die gelezen werd! Eén voorbeeld slechts: In 1675 verscheen tegen Arnaud's,,Du renversement de la morale par les Réformés" van Jurieu een,,Apologie pour la morale des Réformés ou Défense de leur doctrine etc.",,Cet ouvrage", zegt Van Oordt,,,passa pour un chef d'oeuvre; il fut goûté même par les catholiques. Claude, qui l'appelle un des plus beaux livres qui aient paru depuis la Réformation, le fit lire à Condé". ")

1) Voor beider opvatting over kettervervolging zie Bayle, Oeuvres compl. II, blz. 566 vlg.

2) Voorrede tot Rudolf Schwarz' Calvins Lebenswerk in seinen Briefen, 2 deelen. Tübingen 1909.

3) C. van Oordt, Pierre Jurieu Historien apologiste de la Réformation, Genève 1879, blz. 11. Het oordeel van Claude, predikant te Charenton, mag van beteekenis geacht worden: Puaux (in Lavisse et Rambaud Tome VI blz. 287) noemt hem „le plus célèbre des pasteurs de son temps".

En verder: Jurieu's activiteit strekte zich over een aanzienlijk breeder terrein uit, dan we tot voor kort vermoeden konden.

In 1890 had reeds Dr. J. B. Kan geschreven, hoe de protestanten alles van Willem III verwachtten en men hem dan ook sterk trachtte te beïnvloeden, terwijl Jurieu tot dit doel een actieve correspondentie onderhield met de réfugiés te Londen en hun leiders. Ook dat hij met de partijgenooten in Frankrijk veelvuldige betrekkingen onderhield, was Kan bekend. 1)

Na hem publiceerden of verzamelden Ravaisson en FonbruneBerbinau belangrijke gegevens 2), maar de meest uitgebreide nasporingen in hoofdzakelijk Engelsche archieven (Record Office en British Museum) werden verricht door Abbé J. Dedieu, die de resultaten vastlegde in zijn in 1921 verschenen boek Le Rôle Politique des Protestants Français (Paris, Bloud et Gay).

In tegenstelling met een later verschenen boek over het achttiendeeeuwsche protestantisme 3), dat de willekeur der regeeringspolitiek niet verbloemt en vaak groote waardeering toont voor andersdenkenden, is het bovengenoemde boek overvol van kleineerende opmerkingen over persoon en politiek van Willem III. Zoo spreekt Dedieu op blz. 67 van,,les modérés", de bekende groep, die tegen gewelddadig verzet is en waartoe o.a. Bayle behoort, die,,affirmèrent leur répugnance à faire appel aux ennemis de la France, mirent leurs coréligionnaires en garde contre la politique de Guillaume d'Orange dont ils avaient pénétré - avec une perspicacité incontestable - l'égoisme et l'étroitesse" (ik cursiveer).

Om een ander voorbeeld te noemen: Het vijfde hoofdstuk heet ,,Autour de la paix de Ryswick" en op blz. 83 lezen we: „Les plénipotentiaires de Louis XIV avaient promis aux ministres de Guillaume, en des conférences secrètes, d'abandonner la cause de Jacques II, de reconnaître sans réserve les conséquences de la révolution de 1688 et d'amnistier tous les Français ayant servi contre leur patrie. De ces offres, les premières comblaient les désirs du successeur des Stuarts, et la dernière paraissait assez bien satisfaire aux promesses échangées. Guillaume n'hésita plus: à Louis XIV qui sacrifiait les Stuarts, il abandonna les Réfugiés. Le sauveur du protestantisme, content de ses avantages personnels, ne poussa pas davantage ses

1) Bulletin de la Commission de l'Histoire des Eglises Wallonnes, Tome IV, blz. 168.

2) Zie Charles Bost in Revue Historique Tome CXLVII (1924), blz. 79 vlg. 3) Histoire politique des protestants français (1715-1794), Paris 1925.

succès diplomatiques......"1) Het is niet mogelijk over alle deze dingen in discussie te treden. De kwestie der Rijswijksche bepalingen werd reeds meermalen besproken 2) en waar Willem III, wiens liefde voor het protestantisme toch wel eenige waarschijnlijkheid heeft, hier een groep zijner geloofsgenooten opoffert, zou men deze houding zeer wel kunnen aanvoeren tegen alle verdenking van ,,étroitesse" van zijn politiek.

Elders weer wordt gesproken van ,,insinuations perfides de Jurieu et de Guillaume d'Orange" (blz. 211) en we denken bij dit alles aan de woorden van Fruin, die heusch ook niet alles van den koning-stadhouder bewonderde of goedkeurde, als hij zegt in zijn studie over Willem III in zijn verhouding tot Engeland ):,,Laat de liefhebbende vrouw voor de gansche wereld belijden wat zij gevoelde voor den man, dien wij slechts als staatsman uit zijn daden en woorden kennen, maar dien zij als mensch en als Christen had leeren liefhebben en gestadig hooger achten...... Zij leefde in de overtuiging, dat haar gemaal hetgeen hij deed, deed uit edele onbaatzuchtige beweegredenen." De verklaring van Dedieu's felheid ligt grootendeels besloten in wat hij zegt op blz. 8 en 9: „En politique, la scission n'était pas moins profonde entre les zélateurs et les modérés. Tandis que ceux-ci continuaient à jeter leurs regards suppliants vers le roi de France, ceuxlà ne se tournaient plus que vers Guillaume III, le grand pensionnaire Heinsius et la coalition formée contre Louis XIV. Décidés à rentrer en France malgré la défense de leur persécuteur, ils n'eurent plus qu'un but, vers lequel toutes leurs puissances de haines se tendirent d'un violent effort: l'écrasement de Louis le Grand, ce qui ne pouvait être obtenu que par l'écrasement de la France." Op het laatste komt het aan. Dedieu deelt daarin het standpunt van de Fransche nationalistische geschiedschrijving in 't algemeen, ook zoo sterk tot uiting komend in Bainville's Histoire de France. *)

Telkens weer hebben de Fransche protestanten getoond goede vaderlanders te willen zijn, die in liefde voor hun vorst voor niemand onder behoefden te doen en de wanhoopskreet van Jurieu: „On nous ôte nos enfants, qui sont une parti de nous mêmes. Sommes-nous Turcs,

1) Ik cursiveer.

2) Nog onlangs in de dissertatie van mej. Heimans over Het karakter van Willem III (blz. 120).

3) Verspr. Geschr. V, blz. 189.

') Maar van Fransche zijde gelukkig ook met beslistheid bestreden 0.a. door Jean Reboul in een boekje „M. Bainville contre l'histoire de France", Paris 1925.

sommes-nous infidèles? Nous sommes bons sujets, bons citoyens, fidèles dans le commerce. Nous sommes François autant que nous sommes chrétiens réformés. Nous verserons jusqu'à la dernière goutte de notre sang pour servir notre roi et pour conserver notre religion jusqu'à la mort. Qu' avons nous fait pourqu'on nous arrache notre coeur de François?" 1), deze kreet was den protestanten uit het hart gegrepen.

De ontwikkeling nu van het Fransche protestantisme in 't algemeen, dat van zuiver loyalisme zoo vaak gedreven werd tot het verzet der vertwijfeling, zien in we in het leven van Jurieu persoonlijk: huldigt hij in zijn vroegere werken nog ten volle het,,omnis potestas a Deo", later zal hij een der voornaamste woordvoerders worden van de theorie van het contract bilatéral. Maar het is niet Jurieu's schuld, dat hij de eenig mogelijke redding van het Fransche protestantisme verwacht van het succes der wapenen van de beide zeemogendheden en het is evenmin zijn schuld, dat Lodewijk meer dan iemand anders een revolutie in Engeland in de hand gewerkt heeft, die hem later zoo noodlottig worden zou.")

Men bedenke ook, wat Dedieu niet vermeldt, dat, wanneer een gewezen Benedictijner monnik hem voorstellen doet, den Franschen koning op slinksche wijze uit den weg te ruimen, niemand zich daartegen met meer kracht verzet, dan diezelfde Jurieu. 3) En dat vier jaar na de gruwelijke herroeping van het Edict van Nantes!

Maar toen hij zich eenmaal op het standpunt gesteld had, dat bestrijding van zijn koning een door God geboden plicht was, zag Jurieu zich weldra verwikkeld in een groot aantal intrigues en stond als zoodanig, ook in zijn kwaliteit van predikant, niet alleen. Zoo is het te Londen Jean Armand Dubourdieu, vroeger predikant te Montpellier, die den koning en zijn ministers geregeld op de hoogte houdt van niet betrouwbare, d.w.z. niet beslist aan Lod. XIV vijandig gezinde Hugenoten in Engeland, Fransche protestanten in hun eigen land tot opstand aanspoort, aandringt op hulpverleening aan de Camisards, maar waarschuwt tegen een landing in Bas-Languedoc enz. Natuurlijk, zoo mogen we wel zeggen, onderhoudt hij geregelde correspondentie met de Comités Zélateurs te Rotterdam en Genève, met de spionnen, gesalarieerd door Jurieu (waarover straks meer) en met Jurieu per

1) Uit „La politique du clergé de France" geciteerd door Puaux t. a. p. blz. 288.

2) De Saint Léger in Lavisse, Histoire de France, Tome VIII, blz. 8.

3) Griselle in Bulletin de la Société du Protestant, fr. Jan-Febr. 1906, blz. 147 vlg.

soonlijk. Ook was hij de opsteller van een proclamatie, waarin Schomberg de bewoners van Dauphiné tegen hun souverein ten strijde riep. 1) Dan bood zijn diensten bij den staatssecretaris te Londen aan de predikant Gravisset, die zich, getuige een merkwaardige brief, door positie en karakter voor het spelen van een politieke rol van beteekenis wel zeer geschikt acht. 2) Met niet minder ijver dan de reeds genoemden werkte de markies de Miremont te Londen, verwant met den hoogsten Franschen adel (Henri de Bourbon Malauze, marquis de Miremont) en daardoor van des te meer invloed. Ook Zwitserland had in den markies de Mirmand een ijverig bestoker van Frankrijks grooten koning, maar het hoofdkwartier voor zijn vijanden bleef toch Holland, voornamelijk den Haag en Rotterdam.

In eerstgenoemde stad werkte als vertegenwoordiger van Willem III Aglionby 3), die met tal van correspondenten, ook in Parijs, in betrekking stond en, belangrijke zaak voor dien tijd, tevens in verbinding stond met den Leidschen postmeester Clignet, wiens groote sympathie voor de zaak der Hugenoten trouwens bekend is. *) Hun aller werkzaamheid echter verbleekt bij die van Jurieu en zijn uitgebreiden staf. Sedert 1689 verzamelde hij zijn gegevens om ze naar Engeland door te zenden, maar op den duur werkte dit systeem van hier en daar verspreide spionnen niet secuur genoeg. Hun berichten zijn vaak moeilijk controleerbaar. Valsche nieuwtjes worden soms duur verkocht. In Nov. '93 is Jurieu zelf het slachtoffer van een oplichter en nu vormt men het plan in de eerste plaats in de Fransche havens twee personen aan te stellen, die onafhankelijk van elkaar en zonder elkaar te kennen, hun berichten konden inzenden.

Geen wonder, dat men de havenplaatsen bij voorkeur aanwees. Al vielen ter zee maar enkele belangrijke beslissingen, van hieruit vreesde men terecht de plannen tot landing in Engeland of Ierland, van hieruit ook werden vooral na den slag bij la Hogue telkens weer de Engelsche en Nederlandsche schepen bestookt.,,Les corsaires", zegt De SaintLéger,,,déjà nombreux dans les premières années de la guerre, se multiplient. Des ports du royaume sortent des devisions conduites par

1) Dedieu blz. 167. Voor Schomberg of Schönberg in Zuid-Frankrijk, zie Ranke, Franz. Gesch., uitg. 1924, deel IV, blz. 371.

2) De brief is afgedrukt bij Dedieu, blz. 162 en 163.

3) Als jaren van actieve werkzaamheid worden vooral genoemd 1690— 1702 en 1704.

*) Zoo liet hij ƒ 10.000 na aan de Waalsche gemeente te Leiden en een gelijke som aan die te Genève. Ook bevorderde hij in 1689 den terugkeer der verdreven Waldenzen naar hun land (v. d. Aa, i, v.).

« PrécédentContinuer »