Images de page
PDF
ePub

1441-'42, 1442-43, 1443-'44 en die dan opeens weer opduikt in 1445-46. Post 92, die gewaagt van een verplichting voor dienzelfden altarist, om samen met den pastoor van Maurik, 2 van dezelfde munt uit te keeren van een stuk grond, dat Huib Zassen gegeven had, die post 92 komt voor het éérst voor in datzelfde jaar 1445-'46. Wij hebben uit die ruim veertig jaren toch altijd elf rekeningen over; zij zwijgen allen van Huib Zassenland in Maurik. Bij dien blijden terugkeer van de beide posten in datzelfde jaar staan wij nog even stil. Zij brachten toen op 10 Arnhemsche guldens en 32 botken. En de brave, die dat betaalde, was alléén de altarist; pro sua parte, staat er, en: de multis annis preteritis.

Dus wij zien althans één post uit de lijst van 93 posten onderduiken in den staag-vloeienden stroom der vergetelheid en veel, veel verder, weer boven komen. Dan mogen wij ons ook niet onttrekken aan een onderzoek van alle mogelijkheden.

Wij kunnen een tabel opmaken van een nieuwe lijst van certiredditus, die in het midden van de 15e eeuw is volgroeid en die wij daarna tot in de 16e eeuw kunnen volgen. Als wij, rekening voor en rekening na, opschrijven alle posten van de recepta de certis redditibus. en wij controleeren de werkelijke betalingen uit de restancieposten, dan wordt onze lijst tot en met het jaar 1450-1451 in totaal 34 posten rijk. Na 1451 ontbreken er weer tien rekeningen. De doorloopende serie begint met het jaar 1460-1461. Wij kunnen dus, afsluitende 1450-1451, alle certi-redditus van de eerste helft der 15e eeuw overzien. De incomplete overlevering van de rekeningen 1395-'96 en 1441-42 maakt, dat wij eerstgenoemde geheel moeten uitsluiten, van laatstgenoemde alleen de restancieposten konden opnemen.

Nu is het dus zaak, het overzicht zoo in te richten, dat alle boekingen blijken. In de tabel (blz. 430) treft men dus: solvit voor: heeft betaald; s(olvit) R(estancias) voor: heeft achterstal betaald: restat voor: heeft niet betaald. In dubieuze gevallen werd een vraagteeken geplaatst. Cijfers achter s. R. of rest. duiden het jaar van den achterstal aan; breuken het gedeelte, dat onbetaald bleef.

Bovendien was het zaak, vast te leggen welke oude posten uit de lijst-van-93-posten nog herkenbaar terugkeerden. In kolom A vindt men dus de korte omschrijving van de post, zóó, dat zij in de rekening is terug te vinden; in kolom B de nummers van de oude lijst, die met de posten uit de rekeningen correspondeeren, en daarachter het jaartal van de Domrekening, waar men deze oude post, uit de oude lijst, het eerst aantreft.

Men beklage zich niet over de onbegrijpelijke omschrijvingen, die ons niets zeggen, tenzij wij de rekeningen gaan raadplegen. Het is niet de bedoeling, iets van die opbrengsten als zoodanig te vertellen. Wij zoeken alleen de standvastige onstandvastigheid. En daarover leert de tabel veel. Van de 93 posten der oude lijst vinden wij er hier dan tenminste 13 terug; van die 13 vinden wij er nog 5 aan het eind der periode; die 5 gaan allen over in de constante rubriek, die wij van 1460 af, jaar voor jaar, kunnen volgen; er blijven 8 posten over, die uit den stroom der vergetelheid opduiken en daar weer in ondergaan, voorgoed.

Wij komen dus nu iets nader tot het verschijnsel. Van de boekhoudtechnische veronderstelling hebben wij het gebracht tot waarneembare werkelijkheid. Maar nog altijd ontbreekt ons de verklaring.

Die verklaring is niet in tabelvorm te geven. Wij moeten tot de bijzonderheden zelve afdalen. En daarvoor levert de lijst-van-93posten zelf eenig materiaal. Onder no. 64, dat is nog in het systematische deel van de lijst (zie bl. 425), staat: item in Almen a domino Frederico de Eza 2 8 s. et restat de multis annis. Zóó vinden wij het terug in de rekeningen van 1395, 1396, 1400 en 1401; in 1403 is het trieste toevoegsel weggevallen; nu het éénmaal wegviel, blijft het ook verder weg. Heer Frederik van Eze was dus, om zoo geringe som, een wanbetaler en hij bleef dat, al verzuimde een slordige copieerder dat voor de eerstvolgende honderd jaar, de lijst werd immers gecopieerd tot 1507, vast te leggen. Trouwens heer Frederik van Eze had al een halve eeuw aan de schandpaal gestaan, vóór het opschrift eindelijk afviel. Vergis ik mij, of ligt er zekere berusting in dit alles?

Nemen wij nog een geval. Onder no. 89 wordt van een zekeren Denys, Hendrik Denyszoon, woonachtig in de parochie Eck, gezegd, dat hij zijns vaders testament niet uitvoerde en zoo de Domfabriek onthield de drie, jaarlijksche, uitkeeringen, die Hendrik Denyszoon haar had toegedacht. Die post dateert blijkens haar plaatsing tusschen 1383 en 1396. Ad tres annos et restat adhuc primus terminus; zóó klaagt men jaar na jaar om die drie keer 20 sol. Men klaagt nog, als men den naam van den wanbetaler allang kwijt is: Deus heet de man sedert 1400. Men klaagt nog, als hij waarschijnlijk reeds lang tot zijn vaderen vergaderd is.

Maar wij kennen dus nu uit de oude lijst één nalatigen betaler en een volstrekten wanbetaler. De laatste is de meest interessante. Want als men niet de pretentie, maar de prestatie had geboekt, dan zouden wij van Denys-Deus nooit een woord vernomen hebben.

[merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small]
[blocks in formation]

Bekijken wij nu de samenkrimping van de 13 opduikende tot de 5 bovenblijvende posten, dan vinden wij het Mauriksche geval van den altarist, die zich bekeerde (blz. 428). Hij bekeert zich, helaas, erg laat; maar wij vinden toch een tweetal solvits in onze tabel, voor zij eindigt met restat. Daar begint de post weer weg te duiken. Als wij straks deze beide geestelijke heeren, pastoor en altarist van het Betuwsche Maurik weer zullen ontmoeten na 1460, dan blijkt ten volle, hoe machtig de zonde der wanbetaling is.

En daar is een aardige illustratie tot dit gebeuren in post 31 van de tabel: drie morgen lands in Kortrijk, die zich onder Nicolaus Johannis in 1442-43 melden met de woorden: diu deperdita, modo recuperata; en die wij straks, niettegenstaande men ze nu voor tien jaar heeft verhuurd, evenzeer zullen zien verdwijnen!

Acht posten, zeiden wij, vielen af. Het zijn allen op- en onderduikers. Want als wij ons overzicht met het jaar 1396-'97 beginnen, dan is er nog geen één aanwezig. No. 7 een erf in Ghiesen is aan een onregelmatigen betaler; no. 8, goederen in de Lier, en no. 9, bezit in Rijswijk, zijn aan een duidelijken wanbetaler in handen gevallen; nos. 12 en 14, uitkeeringen uit Neerijnen en Angeren, hebben in 1400 even een aanloopje tot betaling genomen; no. 13 gedraagt zich lang goed, tot het op eens uit is. Wat te zeggen van den deken van Woudrichem of den kapelaan van Rechteren?

Dus wanbetaler en nalatige betaler zetten hun destructieve werk naar krachten voort. En het is een heele triomf, als de boekhoudende kanunnik iets uit dien stroom der vergetelheid weet op te visschen! Een triomf, die woorden van blijde klank vindt in de rekening. Maar het is zoo'n triomf, omdat het zoo'n zeldzaamheid is!

Wanbetaler en nalatigen betaler ontmoetten wij ook, met de herhaald terugkeerende zuchten in de oude lijst-van-93-posten. En al die jaren heeft men geboekt, als men nu eenmaal deed (blz. 426). Het net, waarmee die heeren gevangen moeten worden, heeft wijde mazen. In den loop van een eeuw misschien kruipen daar een stuk of tachtig door, spartelen er een stuk of dertien tegen de knooppunten aan en blijven er een vijftal hangen.

Stappen wij van die oude lijst-van-93-posten maar af. Na 1460 hebben wij materiaal, dat geen lacunes meer vertoont. Daar is meer nog mee te beginnen.

Wij hebben nu de keuze, of liever: ik deed een keuze. Misschien was het verstandiger geweest, alle fabrieksgoederen na 1460 te bekijken. Maar dit onderzoek werd niet begonnen bij het begin, maar in het

« PrécédentContinuer »