Images de page
PDF
ePub

Japan natuurlijk dadelijk gereed, om zich van dit vrijkomend aandeel in die scheepvaart meester te maken. Een der bekendste reederijen van Japan zal een geregelden dienst op de Philippijnen openen, voorloopig maandelijks. Daarmee doet dus Japan reeds weer een stap verder in de richting van de beheersching van den Grooten Oceaan.

De buitenlandsche handel der Vereenigde Staten. Deze heeft gedurende de laatste driekwart eeuw een belangrijke wijziging ondergaan, zooals Prof. B. Harms aantoont in een artikel in Weltwirtschaftliches Archiv, Oct. 1915. Hij geeft in dit artikel o.a. tabellen van den in- en uitvoer der Vereenigde Staten van 1820 tot 30 Juni 1914, 1883 vanaf voor elk jaar afzonderlijk, waarbij zoowel de inals de uitvoer gesplitst is in de volgende rubrieken:

I.

ruw materiaal voor verdere industrieele verwerking;

2. slachtvee en voedingsmiddelen in ruwen toestand;

3. geheel of gedeeltelijk voor gebruik gereed zijnde voedingsmiddelen;

4. halffabrikaten voor verdere industriëele verwerking;

5. fabrikaten;

6. diversen.

Een vergelijking van elke rubriek voor de verschillende jaren doet duidelijk zien, dat ook in de Vereenigde-Staten het proces der industrialiseering voortschrijdt, zij het dan ook nog niet in alle streken, en dat de industrie steeds grooter deel van den buitenlandschen handel voedt. In 1830 bedroegen de grondstoffen voor de industrie slechts 6% van den totalen invoer, doch 62% van den uitvoer, terwijl halffabrikaten bijna 8 %, fabrikaten echter 57 % van den invoer en slechts resp. 7 en 9% van den uitvoer bedroegen. Vanaf 1830 is de invoer van grondstoffen voor de industrie met een paar onderbrekingen gestadig gestegen en omvat nu reeds 33% % van den totalen invoer, terwijl de uitvoer er van, met kleine schommelingen, voortdurend is afgenomen van 62% tot 34 %.

Daarentegen is in dienzelfden tijd de invoer van geheel afgewerkte fabrikaten van 57% tot bijna 23 1⁄2 % gedaald, de uitvoer er van echter van 9% tot 31 % gestegen. Wat de voedingsmiddelen aangaat, de invoer van de eerste groep voedingsmiddelen vertoont sedert 1830 een heel geringe stijging; die der tweede groep vertoont eerst wel een geringe stijging, maar na 1870 een voortdurende daling, terwijl de uitvoer van beide groepen, percentsgewijze van den geheelen uitvoer berekend, na 1880 dalende is, vooral sterk na 1900. En niet alleen percentsgewijze is afneming van den uitvoer van agrarische producten waar te nemen, ook wat de totale waarde aangaat, is dit het geval sedert ongeveer 1900, zoodat bij voortgaande in

dustrialiseering en voortgaande toeneming der bevolking het te voorzien is, dat op den duur de Vereenigde Staten als leverancier van agrarische producten nog slechts een ondergeschikte rol zullen spelen op de wereldmarkt.

Voor 1914 (1 Juli 1913-30 Juni 1914, is de verdeeling van den totalen invoer van bijna 1894 millioen dollar over de verschillende rubrieken resp. 33% %, 13 %, 12 %, 17 %, 23% % en 1 %, die van den totalen uitvoer van ruim 23291⁄2 millioen dollar resp. 34 %, 6%, 122 %, 16%, 31 % en 2 %.

(Wordt vervolgd).

A. R.

Nog eens Rusland en de zee (zie afl. 6, 1915). Dat de nieuwe lijn St-Peterburg-Kola baai gereed is, vermeldden we. National Tidende bericht, dat de eerste trein op 3 Februari van St.-Petersburg naar Soroka, aan de Witte zee, is vertrokken. Van het deel Soroka-Kola baai was einde Januari nog 24 K.M. niet gereed, maar toch zoo ver, dat de Engelsche ingenieurs en de Canadeesche arbeiders op het punt stonden van te vertrekken, daar hun werkzaamheden waren afgeloopen.

Engeland en de Bagdad-lijn. Na den Balkan-oorlog van 1912-'13 kreeg Engeland als loon voor zijn zedelijken steun aan Turkije het protectoraat over de noordkust der Perzische golf. De sjeich van Mohammera (aan den mond der Perzische Tigris-bijrivier Karoen), dat van groote beteekenis is voor den handel met Perzië, werd door de Engelschen onafhankelijk gemaakt zoowel van Perzië als van Turkije, en ze zijn langs de Karoen doorgedrongen tot Achwas, in welks nabijheid ze de petroleumbronnen van Mejdani en Darabi ontginnen; de petroleum wordt naar Abbadan, z. o. van Mohammera, geleid. Bovendien kregen de Engelschen het nog belangrijker Koweit, een stad met 25000 zielen en een uitstekende haven; het gebied van het opperhoofd werd vroeger tot Turkije gerekend, maar de band was los; hij bestond vooral hierin, dat de Turksche regeering het hoofd jaarlijks geschenken zond, meest in dadels bestaande; nadat de Engelschen zich eerst (1861, 1906) genesteld hadden op de eilandjes vóór de haven, werd het hoofd (Moebarek b. Sabbah) in 1913 vazal van Engeland, terwijl Turkije diens onafhankelijkheid moest erkennen. Zoo kwam beneden Mesopotamië tot den Karoenmond onder protectoraat van Engeland, dat nu aan de westzijde der Perzische golf heer en meester is en aan de oostzijde alvast de Perzische haven Bender-Boesjir heeft bezet. Aan de westzijde heeft het veel invloed gekregen door den binnenlandschen vorst Abd a l' Aziz die in het steppenland Nedzjd voor Engeland werkt, zoodat sedert Juni 1913 het Turksche sandsjak

van dien naam niet meer bestaat; El Hasa, in 't zuiden sluitende aan het reeds van Engeland afhankelijke sultanaat Oman, is daardoor feitelijk Engelsch geworden.

Geen wonder, dat de Engelschen in dezen oorlog hooger in BenedenMesopotamië trachtten door te dringen, zoodra Turkije zich bij de Centrale mogendheden van Europa voegde (31 October 1914); het doel werd Bagdad. Tot dicht bij deze stad drongen ze door, totdat bij Ktesiphon de Turken hun een geduchte nederlaag toebrachten; eerst moesten de Engelschen op Koet el Amara en daarna tot in het mondingsgebied der Sjat el Arab terug; van 23-26 November verloren ze meer dan 5000 man, in het geheel zeker 6000. Dat ze echter opnieuw hun Indische troepen hier in het veld zullen brengen, ligt voor ligt voor de hand, vooral nu Erzeroem, het hart van Armenië, door de Russen genomen is. Dat de Mohammedaansche soldaten uit Indië geweigerd hebben, tegen de heilige moskeeën van Bagdad op te trekken, is echter niet onmogelijk; de Turken verzekeren het.

Voor Duitschland, dat met alle krachten werkt aan de Bagdad-lijn, is het onduldbaar, dat het eindpunt der lijn (Koweit of een andere haven) op Engelsch gebied zou liggen. Intusschen nadert deze lijn. haar voltooiing. Ook van Bagdad uit is een deel gelegd, namelijk tot Samarra (aan de Tigris, even benoorden 34° N.Br.); van daar over Mosoel tot Rasel-Ain, halverwegen tusschen de Tigris en de Eufraat, moet ze nog gelegd worden. Het overige is gereed — ook de reusachtige brug over de Eufraat (bij Djero bloes of Djarabulus) - met uitzondering van een tweetal tunnels in den Taurus (waar de grootste en noordelijkste de Belemendiketunnel reeds doorboord gereed is, evenals de Bagtsjetunnel door den Amanus, die in Juli 1915 doorgeslagen werd).

[ocr errors]
[ocr errors]

Dat de lijn twee verbindingen met den noodoosthoek der Middellandsche zee heeft, vermeldden we vroeger reeds, nl.: AdanaMersina en de zijlijn naar Alexandrette (Iskenderoe n). Iets verder oostelijk is de lijn verbonden met Haleb (Aleppo) en zoo met de lijn naar Damaskus, enz. De zijlijn Eskisjehr-Angora is een deel van de route, die men eerst wou volgen, maar, om Rusland, voor den meer zuidelijken weg over Konia verliet.

R. SCHUILING.

Maurits en Oldenbarnevelt.

Man glaube nicht, eine Nation sei damit in Frieden zu setzen, dass man ihr Ruhe predigt; dass man die Elemente der Bewegung ableugnet oder gewaltsam niederhält.

RANKE, Zur Deutschen Geschichte.

Had hy Holland dan gedragen
Onder 't hart,

In zijn afgeleefde dagen

Met veel smart,

Om 't meineedigh swaert te laven
Met sijn bloet?

Om te mesten kraey en raven
Op sijn goet?

Geen Nederlander, die den naam waard is, kan nog heden den naam Oldenbarnevelt hooren noemen zonder die vraag in zich te voelen oprijzen. Weldra drie eeuwen lang hebben onze dichters gezongen, onze redenaars gesproken, onze geschiedvorschers geschreven met die vraag in 't oor en in 't hart. Wat wonder, zoo zij, en met hen hun volk, tot antwoord steeds een kreet van verontwaardiging hebben gegeven? Bilderdijk en zijne school mochten anders spreken — het bijzondere kerkelijke oogpunt, waaruit zij alles beschouwden; meer nog hun witgloeiende partijdigheid, die de koude van Wagenaar ònpartijdigheid deed schijnen, versterkten de meerderheid veeleer in haar gevoelen dan het aan 't wankelen te brengen. En toen een vreemdeling, reeds in hoog en welverdiend aanzien door zijne schildering van opkomst en eerste levensjaren der Vereenigde Nederlanden, toen Motley na een nieuw onderzoek der bronnen tot dezelfde slotsom scheen te komen als Wagenaar, was er geen twijfel meer aan: Agamemnon heeft Palamedes boosaardig doen vermoorden, zegge: Oldenbarnevelt is gevallen als martelaar voor recht en vrijheid, als slachtoffer der heerschzucht van Maurits.

Toch rees er tegenspraak

van een geestverwant van BilderTIJDSCHRIFT V. GESCH. LAND- EN VOLKENK. XXXIe jaarg.

9

dijk, maar met veel grondiger kennis en ruimeren blik, en bij gelijken hartstochtelijken ijver voor wat hij geopenbaarde waarheid achtte, veel meer recht toekennende aan verschil van gevoelen over voorwerpen van menschelijk onderzoek - Groen van Prinsterer. Doch die naam was te nauw verbonden aan den strijd tegen wat de beschaafde Nederlanden van veertig jaren geleden de plechtankers zijner vrijheid noemde: grondwet van 1848 en schoolwet van 1857. Beide zijn vervangen in hoeverre tot geluk des volks. staat hier niet te onderzoeken; evenals zij is Groen van Prinsterer heengegaan, en het moet ons te gemakkelijker vallen hem als geschiedschrijver te waardeeren hoe grooter verschil in hoogheid van ontwikkeling en adel van ziel wij opmerken tusschen hem en degenen, die inzake staatkunde en geloof zijne opvolgers beweren te zijn. Maar de tijdgenoot staat anders, niet alleen tegenover daden, ook tegenover door een tijdgenoot uitgesproken meeningen. „Historische waardeering", haar naam zelf brengt het mede, is alleen mogelijk zoo men ten minste ernstig en eerlijk wil blijven voor hetgeen tot de historie behoort, zegge: niet meer bestaat, ons zelf en de onzen niet meer baat of schaadt. Dit geldt zoowel personen als zaken; en ook den persoon van de meening te scheiden is teveel gevergd, zoolang de meening een deel van haar beteekenis en invloed ontleent aan den persoon, d.i. minstens zoolang hij leeft.

[ocr errors]

-

Doch reeds vroeger had een man, die als priester der wetenschap Groen nog overtrof, had Robert Fruin het rechtsgeding herzien; ja Motley had den goeden weg, dien hij zelf niet bewandelde, aangewezen door zijn held veeleer voorvechter van vrijheden, dan van de vrijheid te noemen. Ook zij vonden geen gehoor. 't Was midden in de wat het uitwendige betreft, gouden eeuw der moderne theologie; en deze, die Arminius zelf met afschuw zou hebben verworpen als uiterste van Socinianisme, werd met zijne leer vereenzelvigd. Dat is, zoo ik wel zie, voorbij; maar nog niet de vereenzelviging van Oldenbarnevelts vrijheidsbegrip met wat thans libealisme heet ondanks Nabers werk,,Calvinist of libertijnsch ?" En men kan zonder eerbied of dankbaarheid te schenden meenen, dat Fruin, indien hij thans leefde, dieper zou trachten door te dringen in de drijfveeren, in het gemoed der partijen; bovenal zou vragen: hoe heeft zulk een menschenkenner als Oldenbarnevelt, waar het enkelingen betrof, zich zoo kunnen vergissen omtrent den gedachtengang en het gevoelsleven van een geheel volk, van zijn eigen volk nog wel?"

Ik meen daarom geen overbodig werk te doen met het zoo vaak behandelde onderwerp nogmaals te behandelen. De stukken zijn volledig bekend en uitgegeven; ieder kan zelf mijne meening er aan

« PrécédentContinuer »