Images de page
PDF
ePub

INHOUD AFLEVERING 4.

1. Vrijheid en hare verwerkelijking, door dr. J. VAN DEN BERGH VAN EYSINGA-ELIAS .

pag

. . 339

2. De ontwikkeling van het handelsverkeer van Holland met Oost-
Europa tot het einde der 16e eeuw, door dr. G. C.G. BRUNNER 353
3. Pierre Jurieu als middelpunt van een spionage-dienst, door
dr. G. DAS..

4. Utrechtsche rariora buiten Utrecht, door dr. A. HULSHOF.
5. De Twentsche weefnijverheid omstreeks het jaar 1800, door
dr. Z. W. SNELLER..

6. Het risico van, kerkelijk klein-grondbezit in de late Middeleeuwen,
door dr. N. B. TENHAEFF
Literatuur-overzicht

7.

8. Inhoud van Tijdschriften.

9. Korte mededeelingen

In het literatuur-overzicht besproken werken en artikelen:

[ocr errors]
[ocr errors]

372 383

395

420

449

. 487 488

A. LEFRANC, Sous le masque de William Shakespeare, William Stanley, Vle comte de Derby, 449. F. VERMEULEN, Handboek tot de geschiedenis der Nederlandsche bouwkunst, 451. Economisch-historisch Jaarboek XI, 451. - Voortrekkers van den Nederlandschen stam, 453. H. POPPENS, De Joden in Overijsel van hunne vestiging tot 1814, 454. — H. ReimerS, Ostfriesland bis zum Aussterben seines Fürstenhauses, 457.-J. F. BENSE, Anglo-Dutch relations from the earliest times to the death of William the third, 458. Lectures on Holland for American stu

[ocr errors]

dents, 458. Bulletin van de vereeniging tot bevordering der kennis van de antieke beschaving, 461. O. WULFF-W. F. VOLBACH, Spätantike und koptische Stoffe aus ägyptischen Grabfunden in den staatlichen Museen, 462.-E. J. J, VAN DER HEYDEN en W. MULDER, Handvesten, 464. - JAC. VAN GINNEKEN en E. J. J. VAN der Heyden, Leges Barbarorum, 464. — F. RÖRIG, Aussenpolitische und innenpolitische Wandlungen in der Hanse nach dem Stralsunder Frieden, 465. - H. A. VAN BRAKEL, De wetenschappelijke belangstelling van Héloise, 466. — W. VON BODE, Bertoldo und Lorenzo dei Medici, 467.-M. J. FRIEDLANDER, Die alt-niederländische Malerei, III, 468. S. ELZINGA, Het voorspel van den oorlog van 1672, 469. — J. W. GUNST, Johannes Pistorius Woerdensis, 472. A. EEKHOF, Jonas Michaëlius, founder of the church in New Netherland, 474. R. MURRIS, La Hollande et les hollandais au XVIIe et XVIIIe siècles vus par les Français, 474.-F. DE WITT HUBERTS, Uit de jeugdjaren van stadhouder Willem III 476. Z. W. SNELLER, De ontwikkeling der Nederlandsche exportindustrie, 475. N. DE BENEDITTY, Leven en werken van mr. Jonas Daniel Meyer, 477. — L. DEHIO, Edwin von Manteuffels politische Ideen, 478. H. VON SBRIK, Der Ideengehalt des Metternichschen System, 478. - N. W. POSTHUMUS, Documenten betreffende de buitenlandsche handelspolitiek van Nederland in de 19e eeuw, IV, 480.-C. HENTZEN, De politieke geschiedenis van het Lager Onderwijs, 452. — M. LENZ, Deutschland im Kreis der Grossmächte, 1871 — 1914, 484.— J. S. BARTSTRA, Geschiedenis van het moderne imperalisme, 485.

Het Tijdschrift voor Geschiedenis verschijnt in vier driemaandelijksche afleveringen, elk van 7 vel druks. De prijs van het abonnement be

draagt f 12.50.

Losse stempelbanden voor den completen jaargang zijn verkrijgbaar à f 1.50.

Artikelen voor het tijdschrift en aan te kondigen boeken in te zenden bij Dr. J. G. VAN DILLEN, Secretaris der Redactie, Ruysdaelkade 11, Amsterdam. Aangeteekende stukken bijkantoor Hobbema-straat.

Alles wat de verzending aangaat, de betaling der abonnementsgelden betreft of de opgave van nieuwe lezers, richte men tot de administratie van het tijdschrift, den uitgever P. NOORDHOFF te Groningen, bij wien tevens op aanvrage voor belangstellenden proefnummers verkrijgbaar zijn.

AAN PROFESSOR Dr. G. W. KERNKAMP
WORDT TER GELEGENHEID VAN ZIJN
VIJF-EN-TWINTIGJARIGE ACADEMISCHE
WERKZAAMHEID HET HIER VOLGENDE
ZESTAL OPSTELLEN OPGEDRAGEN
DOOR DE SCHRIJVERS, ZIJN LEERLIN-
GEN, DIE DE REDACTIE VAN HET TIJD-
SCHRIFT VOOR GESCHIEDENIS DANK
WETEN VOOR DE HUN AFGESTANE
PLAATSRUIMTE

::

::

22

22

VRIJHEID EN HARE VERWERKELIJKING

DOOR

DR. J. VAN DEN BERGH VAN EYSINGA—ELIAS.

Niet te hoog kan de invloed van de denkkracht van dien man [nl. den wijsgeer Hegel] op onze eeuw aangeslagen worden in de richting der maatschappelijke ontwikkeling.

Quack.

Sterk leeft in ons het besef, dat volkeren, die worstelen om hun vrijheidsidealen te verwezenlijken, op het punt staan het hoogste in hun staatsleven, in hun geestelijk leven te bereiken. Vandaar ook de groote geestdrift waarmede tal van volken of volksdeelen dezen strijd 't zij voor nationale of economische vrijheid of voor vrijheid van geweten hebben aanvaard. Zoodat Hegel, toen hij den loop der geschiedenis wijsgeerig overdacht, deze kenschetste en begreep: als de ontwikkeling der volkeren tot vrijheid. Een opvatting, die ontkend en bestreden is.

[ocr errors]

De algemeene bekendheid en populariteit van het woord sluiten geenszins in, dat de beteekenis er van helder doorzien wordt in de verschillende momenten van het begrip in zijn algemeenheid en verbizondering, in zijn afgetrokken en concrete (= veeleenige) beteekenis. Vrijheid als willekeur, vrijheid als voorrecht, vrijheid als zelfbepaling, vrijheid als wederzijdsche eerbiediging van rechten, zijn in den loop der geschiedenis als de ware vrijheid gesteld.

Zoo vertegenwoordigt het woord vrijheid geen vastomlijnde gedachte. Leerzaam reeds in dit opzicht is de geschiedenis van het woord zelf. In het Grieksch heeft de woordbeteekenis zich ontwikkeld van den tot één lichting behoorenden en dus vrijen, wapendragenden man (in het Latijn zijn de liberi de kinderen van den pater familias in onderscheiding van de slaven), tot die van vrij, onafhankelijk: de vrijheidsfeesten heetten dan ook de 'Elɛvégia. In het N. Testament vinden we het woord dan in de beteekenis van,,zedelijk vrij.”

In de Germaansche talen is de vrije oorspronkelijk de edele, in

tegenstelling tot den slaaf en in het woord vriend, vrijen vinden we denzelfden wortel, die hier beteekent: de geliefde. Onafhankelijk èn door liefde gebonden, door eigen bewuste neiging zichzelf bindend, dat is volgens het taalbewustzijn der Germaansche volkeren de vrijheid. Maar het is aan haar tegendeel, aan de gebondenheid, den dwang, de slavernij, dat het vrijheidsbesef zichzelf bewust wordt, waarvan het onafscheidelijk is.

Aanvankelijk wordt vrijheid als afwezigheid van dwang, als het gelukte verzet er tegen, de overwinning er op beschouwd: dit is echter een zeer abstracte verhouding. De vrijheid in het algemeen, die zich breed maakt in schoone leuzen en zich uitleeft in het vernietigen van bepaaldheden, loopt uit op een levenshouding zonder innerlijk stuur: zoo ontaardt b.v. vrijheid in het spel in een springen van den hak op den tak, vrije studie in een liefhebberen, waarbij men in vrijheid iets anders kiest, zoodra een onaangename moeilijkheid zich voordoet; en zijn vrijheid bewaren in zijn maatschappelijken werkkring loopt dan uit op een leven van twaalf ambachten en dertien ongelukken. Wie telkens uit den weg gaat voor moeilijkheden, onaangenaamheden, inplaats van ze te aanvaarden, te overwinnen, is slechts vrij in waan. Zulke vrijen komen slechts tot vluchtige, niet tot ware bepaaldheid des levens. De ware vrijheid weet zich de omstandigheden en moeilijkheden zóó aan te passen, dat ze in de worsteling des levens door het kennen en begrijpen van wat aanvankelijk onzen vrijheidszin als duldelooze dwang voorkomt, ook dit weet te aanvaarden. Zoo is de mensch b.v. vrij in zijn verhouding tot de natuur door zijn in techniek omgezette kennis. Waarlijk vrij is echter slechts die mensch, die bovendien begrijpend het onberekenbare en toevallige dit mede aanvaardt. De mopperende boer is niet vrij, wel de econoom, die steeds rekening blijft houden met de onberekenbaarheid van verschillende natuurlijke factoren. En vrij is die toerist, die van iedere weersgesteldheid profijt weet te trekken. Vrijheid in deze beteekenis wordt bevorderd door uiterlijk en innerlijk aanpassingsvermogen.

Wil ons algemeen vrijheidsverlangen tot werkelijkheid worden, dan moet het zich in bepaalde vormen openbaren: zoo bepaalt de vrijheid zich in zeden, gebruiken, instellingen tot richtige vormen. Met rechte verhoudingen kan de mensch zich vereenigen. Tot bepaalde rechten en tot bepaalde plichten, die in overeenstemming zijn met ons rechtsbewustzijn, verbizondert zich de algemeene vrijheid: recht op eigen lijf en leven, met de plicht die van anderen te eerbiedigen (persoonlijke vrijheid), recht op eigengemaakt of rechtmatig verworven zaak (eigendomsrecht), recht op elkanders goede trouw bij verbinte

« PrécédentContinuer »