Images de page
PDF
ePub

woording en in volle vrijheid als Ellida. Zij aanvaardt de beperkingen van het leven, en door de vrijwillige aanvaarding, gevoelt ze ze niet meer als boeien.

Strindberg laat Indra's dochter het leven leeren kennen, de smart en de ontnuchtering ervan doorgronden, om haar ten slotte door den dichter te doen begrijpen, wat ze heeft beleefd: de verzoening beleeft ze in den geest, niet in een verhouding van het werkelijk leven.

En Shaw heeft in St. Joan scherp belicht het tragische lot van het heilige, dat door de wereld schrijdt om haar te bevrijden: als ideaal het blijde begroetend, kan de wereld het heilige niet blijvend dienen. Maar als het door 's werelds schuld is ondergegaan, wordt het opnieuw als uit de verte stralend ideaal, als 't Heilige vereerd. Wordt er met een woord gerept van terugkeer op aarde dan verdwijnen alle vurige bewonderaars in haastige vlucht.

Wat Shaw teekent als bittere satyre, spreekt Henriette Roland Holst uit als de levenstragiek van hen, die werken aan de bevrijding der menschheid. In haar lyriek, haar drama's en haar prozawerken schetst ze de worsteling van den mensch om de ware vrijheid te bewerkstelligen; en het bittere lijden, doordat het in den geest geschouwde, door de verwerkelijking aan zuiverheid verliest, omdat de geestverwanten, de makkers in den heiligen strijd, zoo grievend teleurstellen.

Het bewust stellen van dit probleem is op zichzelf een voortgang in vrijheidsbewustzijn. Ten slotte heeft de mensch geen vrede ermede, in de sfeer van den geest, de vrijheid, de waarheid, zuiver te beleven. Volledig bevredigd is hij pas, als 't in werkelijkheid is omgezet. Maar ondanks het gebrekkige, het onzuivere der werkelijke hervorming is toch te herkennen de zuivere idee, die de ziel der beweging is geweest. Aan deze gebrokenheid van idee en werkelijkheid Droom en Daad hebben de zuiverste gemoederen 't diepst geleden. Het is het conflict in iederen grooten tijd van hen, die de vrijheid helpen verwerkelijken; maar zelden is het zoo bewust beleefd als thans, zelden is zoo bewust gezocht naar de verzoening. Het bevrijdende inzicht van 't conflict geeft ze in de Held en de Schare, waar ze hierin 't laatste offer ziet,,,dat het ideaal bij de verwerkelijking iets van zijn ongerepten glans en van zijn stralende schoonheid inboet, naarmate het wordt verwezenlijkt. Want de mensch houdt de spankracht harer edelste leiders nooit bij. Dit te gevoelen en toch niet te berouwen of te versagen, dat is het laatste offer, het hoogste."

En of we met Henriette Roland Holst ervan overtuigd zijn, dat zuivere materiëele omstandigheden zuivere vrijheid in 't economische en maatschappelijke leven zullen brengen, en zoo de utopie tot werkelijkheid

maken, of dat we van inzicht zijn, dat de vrijheid in zuiverheid slechts in en voor den geest werkelijkheid wordt, en de verwerkelijking in de samenleving steeds een benadering zal zijn, - dit ééne blijft: wat in den geest geschouwd wordt, is eerst dan waarachtig, als we arbeiden om het in het leven te verwezenlijken.

,,Hier is een eindige taak voor den eindigen mensch: zijn eigen tijd, de menschen van zijn eigen tijd te helpen vinden de betere phase. Over de phase van uiteindelijke rust hebben we geen zekerheid, maar we hebben wèl zekerheid over de disharmonie van onze phase; en we weten, dat dit niet de noodwendige disharmonie van het leven zèlf is, maar een overaccentueering daarvan. — Mogen wij de levende, voelende menschen maar in deze ellende laten, omdat een volkomen phase niet te bereiken valt?" 1)

Ten slotte moeten we allen meedoen aan wat zich voltrekt in het werkelijke en in het geestesleven. We moeten onze levensrichting bepalen mét het besef van het aanvechtbare, ontoereikende van iedere keuze en het niet voor volkomen verwerkelijking vatbaar zijn van ons ideaal. Dat alles brengt mede veel innerlijken strijd en onzekerheid, maar ook ligt er groote vreugde in het fascineerende van het worden en groeien eener nieuwe gedaante der werkelijkheid uit de vele mogelijkheden van onzen tijd. Mogelijkheden van opbouw, maar ook van reactie. Want ook de leiders van het militarisme, van het groot kapitaal, van Rome zien voor zichzelven nog mogelijkheden om sociaal en geestelijk conservatisme, d.i. achteruitgang, te doen zegevieren. En in de branding van het wereldgebeuren, waarin de oude leuzen versterkt worden aangeheven en waarin hartstochtelijk gearbeid wordt, om het in den geest aanschouwde te verwerkelijken, worden tradities yerbroken, heerschende vormen en normen ongeldig; als eenig richtsnoer rest ons het denken. Niet het denken, dat zich hooghartig terugtrekt van de markt des levens om in vereenzaamde bespiegeling op te gaan, maar het denken, dat door gemoed en fantasie gevoed, het centrum uitmaakt der levende persoonlijkheid, der levende cultuur.

1) Mr. Clara Meyer-Wichmann, Bevrijding, bl. 35–36.

DE ONTWIKKELING VAN HET HANDELSVERKEER VAN HOLLAND MET OOST-EUROPA TOT HET EINDE DER 16e EEUW

DOOR

DR. E. C. G. BRÜNNER.

Inleiding.

Reeds in de vroege middeleeuwen speelde Oost-Europa een belangrijke rol in het handelsverkeer. Noorsche kooplieden haalden hier de pelswaren, die door hen gebracht werden naar Gothland en Sleeswijk, van waar ze vervoerd werden naar Dorestad 1). In de 11e eeuw kwamen er in dit handelsverkeer belangrijke wijzigingen, welke deels in verband gebracht moeten worden met de verschuivingen in de handelsbetrekkingen, gevolg van den ondergang van den Noorschen handel en de opkomst der steden in het Duitsche rijk, deels echter ook in samenhang staan met de vorming van Staten in Oost-Europa. Hier toch kwam in 't noorden Novgorod tot ontwikkeling, een staat, die zijn gezag uitstrekte over het tegenwoordige Perm, Petsjora en Jugra, van beteekenis niet alleen door den rijkdom aan zilver, maar ook door de aanwezigheid van pelsdieren. Gaandeweg werd de stad Novgorod een belangrijk handelscentrum, waar verschillende wegen samenkwamen. Over Smolensk en Kiev leidde de zgn. Grieksche weg naar Constantinopel, terwijl over Tvercza, Torzok, Susdal en Twer de weg ging, waarlangs de waren uit Oost-Azië werden aangevoerd. Was Novgorod hierdoor een stapelplaats voor Aziatische en Byzantijnsche goederen, uit het eigen land kreeg het pelswaren, terwijl uit Zuid-Finland nog was werd

1) A. Bugge, Die Nordeuropäischen Verkehrswege im Mittelalter, p. 271, 276. (Viert. Soc. und Wirtschaftsgesch. B. IV). L. K. Goetz, Russisch-Deutsche Handelsgeschichte des Mittelalters (Lübeck 1922), p. 22. Tijdschrift voor Geschiedenis.

23

aangevoerd. Vóór de 13e eeuw brachten de kooplieden uit Novgorod de waren naar Lübeck en de andere Oostzeesteden 1).

In 't zuiden van het tegenwoordige Rusland was Kiev een staat van beteekenis geworden. Door een weg verbonden met Novgorod, werd de stad Kiev een handelscentrum, vanwaar de in Novgorod aangevoerde waren vervoerd konden worden naar het westen. Over Lemberg en Krakau ging het vervoer, gedeeltelijk langs de Donau, naar Neurenberg en Regensburg. 't Vervoer langs dezen weg was voornamelijk in handen van Russen.

Zoo kreeg men in Centraal Europa als stapelplaatsen voor Russische, Oost-Aziatische en Byzantijnsche waren Lübeck, Neurenberg en Regensburg, van waar de goederen getransporteerd werden naar Brugge. Lübeck maakte daarbij gebruik van den zeeweg, Neurenberg van den Rijnweg via Dordrecht, Regensburg van den Rijnweg via Keulen en Maastricht. Alleen aan het vervoer langs den derden weg hebben bewoners van de Nederlandsche gewesten deelgenomen. Kooplieden uit Maastricht komen voor op de markt te Regensburg ten einde pelswaren te halen en te vervoeren naar Brugge. Aan het transport langs de beide andere wegen namen geen bewoners dezer landen deel, wel echter had Dordrecht voordeel van den handel in pelswaren door zijne ligging aan den weg naar Brugge. Reeds in 1287 kwamen Lübecker kooplieden in Dordrecht met pelswaren 2).

In de 13e eeuw neemt de vaart van Novgoroder kooplieden naar het westen een einde. De kooplieden uit de Oostzeesteden, waarbij vooral aan Lübeck gedacht moet worden, verder ook uit Groningen, kwamen zelf de waren halen uit Novgorod, dat echter zorg droeg een rechtstreeksch verkeer van de vreemdelingen met de Russen te verhinderen, terwijl de handel op Zuid-Finland belet werd onder voorgeven, dat de veiligheid van het verkeer niet voldoende gewaarborgd kon worden 3).

Gaandeweg werden belangrijke centra voor het verkeer met Rusland Reval en Riga. Van Reval ging de weg over Pskow naar Novgorod,

1) L. K. Goetz o. c. p. 7-9. Höhlbaum, Die Gründung der deutschen Kolonie an der Duna (Hans. Gesch. 1872), p. 50.

2) A. Kiesselbach. Die wirtschaftlichen Grundlagen der Hanse. (1907) p. 111. E. Daenell, Die Blütezeit der Hanse (1905) I. p. 91; II p. 259, 265. Hennig, Zur Verkehrsgeschichte Ost und Nord Europas (Hist. Zeitschr. 1916) p. 16; Wassilievsky, Kievs Handel mit Regensburg (Verh. Hist. Ver. Oberpfaltz und Regensburg B. LVII) p. 214, 220; Müller, Der Umfang und die Hauptrouten des Nürnberger Handelsgebietes im Mittelalter (Viert. Soc. und Wirtschaftsgesch. B. VIII) p. 23, 26, 37. H. U. I 1033, II 658, III 396, IV 82, 965.

3) L. K. Goetz, o. c. p. 448; dez. Deutsch-Russische Handelsverträge (1916) p. 129, 270, 291.

terwijl van Riga de weg ging of over Dorpat en Pskow of over Poloszk, Velikija langs de Lowat. Een derde centrum, zij het dan ook niet in beteekenis gelijk aan Reval en Riga, werd Narwa. Van deze drie genoemde steden haalden de Lübecker Novgorodvaarders de waren, die uit Lübeck verder naar het oosten werden getransporteerd, terwijl deze stad ook zorgde voor het transport van de Westersche waren naar 't Oosten 1). Alle moeite deden Reval en Rival om het monopolie van den handel op Novgorod in handen te krijgen. Het gelukte hun echter niet. Niet alleen uit de andere Oostzeesteden maar ook uit Deventer verschenen er kooplieden in het Dunagebied. De Hollanders, die in het begin der 15e eeuw in het oostelijk deel van de Oostzee verschenen, kwamen ook spoedig met hun waren te Novgorod en trachten hun deel te verkrijgen aan den handel in Russische waren. Voor 't eerst worden Hollandsche kooplieden te Novgorod aangewezen in 1426. Doch niet alleen met 't verkeer op deze stad stelden zij zich tevreden. Ook Zuid-Finland, waar de stad Åbo gelegen was, werd bezocht 2).

De Zweedsche regeering, die steeds geneigd was den handel der Hanzesteden moeilijkheden in den weg te leggen door haar concurrenten te steunen, zocht het verkeer der Hollanders met de Finsche steden te bevorderen. Zoo gaf de Zweedsche rijksraad in 1487 aan Amsterdamsche kooplieden het recht handel te drijven op Viborg. Bij gebrek aan nadere gegevens is het niet mogelijk een denkbeeld te vormen van den omvang van den Hollandschen handel. Eenige beteekenis moet deze echter wel gehad hebben, daar de Hanzesteden het noodig achtten maatregelen te nemen tegen het leeren van de Russische taal door Hollanders (Hanzedagen van Lübeck in 1423, 1426; van Wolmar 1434 enz.) 3).

In 't eind van de 15e eeuw ontstond er door de verovering van Novgorod door Ivan den Verschrikkelijke van Moskou een belangrijke verandering in het handelsverkeer tusschen Oost-Europa en het Westen. De Moscovitische vorsten wilden Moskou maken tot het centrum van den handel.

Alvorens ons echter bezig te houden met de verdere ontwikkeling van het verkeer is het noodig een blik te werpen op de handelsobjecten

1) L. K. Goetz, Deutsch-Russ. Handelsgeschichte etc. p. 199, 201, 204, 205, 227.

2) L. K. Goetz, Deutsch-Russ. Handelsgesch. etc. p. 427 e. V. W. Stieda, Schiffahrtsregister (Hans. Gesch. 1884) p. 81. J. Kulischer, Russische Wirtschaftsgesch. (1925) p. 133. Vgl. ook W. Meyer, Handelsbez. zwischen Holland und Livland. (Balt. Mon. 1912 p. 267-286, 347—362).

3) Hans. Urk. XI 186. Hanse Recesse (2e Abt.) I. 7 no. 609 § 23; I 8. no. 59 § 18; II 1. no. 226 § 8; etc.

« PrécédentContinuer »