landsche Zaken; de Consuls en vice-Consuls zenden de hun voorgeschreven berigten aan hen in. E. In het reglement van 3 April 1818, waren dergelijke mededeelingen ook voorgeschreven aan het Departement van publiek Onderwijs, Nationale Nijverheid en Koloniën, alsmede aan de Directie van den Levantschen handel en Navigatie in de Middellandsche Zee te Amsterdam 1). F. Declaratiën. Jaarlijks zenden de Consuls eene specifieke declaratie in aan het Ministerie van Buitenlandsche Zaken, ingevolge welke hen de uitgeschoten penningen bedoeld bij § 5, worden terugbetaald, gelijk mede het port der brieven, welke zij directelijk van het Ministerie van Buitenlandsche Zaken of van eene der Legatiën, hetzij ten fine van eigen narigt, hetzij tot verdere expeditie mogten ontvangen hebben. Zij mogen geene bureau-kosten, presenten of andere uitgaven, van welken aard ook, den Staat in rekening brengen 2). G. Het is den Consuls geoorloofd, tot schadeloosstelling hunner uitschotten/o's maands in rekening te brengen, mits hunne declaratiën niet langer dan over drie maanden loopen, en de interest berekend worden tot de 1) Vervallen door het Kon. Besluit van 1 Maart 1826. 2) Art. 31 der Kk. Bb. dagteekening der declaratie. Alle uitschotten, bij L. st. berekend, worden tegen den koers van f 11 Holl. gelequideerd p. L. en zijn de declaranten gehouden, bij elke eerstvolgende declaratie, in debet of credit te brengen het bedrag, als door hen bij het overmaken der uitgeschotene gelden van de voorgaande rekening cour. op den wissel mogt gewonnen of verloren zijn 1). 0 0 H. Zoo de Consuls aan de oorlogschepen van den Staat diensten bewijzen, mogen zij voor commissie o als minimum en 2% maximum in rekening brengen. In bijzondere gevallen regelt de Minister het bedrag; in buitengewone gevallen, zoo den Consul meer dan 2 °。 competeert of zoo de uitgaven f 20,000 overtreffen, bepaalt de Koning zulks. Deze som mag niet op de algemeene declaratie worden gebragt, noch mogen daarvoor wissels worden getrokken; eerst na het rapport van den commanderenden officier wordt dit voorschot terugbetaald 2). $10. ARCHIVEN. Ieder Consul is verpligt 3), behoorlijke registers te hou. den van hetgeen door hem in officio zal worden verrigt, alsmede copijën van zijne brieven en rapporten. Deze re 1) Kon. Besl. van 26 Oct. 1814, art. 4 en 5. 2) Kon. Besl. van 24 Januarij 1816. 3) Art. 31 der Kk. Bb. gisters, brieven, rapporten gelijk tevens alle instructiën, moeten bij overlijden van den Consul of bij verlating van zijnen post, in handen van een vertrouwd persoon en eindelijk in die van zijnen opvolger worden overgebragt. Aanmerkingen. Het archief van het Consulaat moet zich bevinden op de kanselarij. De onmisbare registers zouden gevoegelijk tot de volgende kunnen worden gebragt 1). A. Eene verzameling der tractaten gesloten met de Nederlandsche regering en die van des Consuls residentie ; voorts der tarieven van de belastingen der in- en uitgaande, alsmede havenregten in hun ressort; wijders der policie-reglementen en andere plaatselijke verordeningen, waaraan zich de Nederlandsche onderdanen moeten onderwerpen; eindelijk van stukken, betrekkelijk de vrijdommen van den Consul. B. Een register in chronologische volgorde inhoudende: alle wetten, besluiten, reglementen, instructiën of andere stukken den Consul door den Minister toegezonden. C. Een register inhoudende: alle stukken gewisseld met regterlijke ambtenaren, Legatiën, Consuls, of hoofden der administratie van belastingen van hun land alsmede de bepalingen omtrent quarantaine. D. Alle stukken, gewisseld met de Overheid van de 1) Zie RIBEIRO et BARRETO, t. a. p., T. I, p. 106 sq. plaats van hun verblijf of met die van andere vreemde magten. F. Een register van paspoorten; acten van geboorte of overlijden; processen-verbaal van prijsering; protesten van avarij; van aankomende en vertrekkende schepen met aanteekening van het vermelde in § 2. E. Een register van al hetgeen de Consul in hoedanigheid van notaris of ander burgerlijk ambtenaar mogt verrigten. D. Een register van ontvangsten en uitgaven. § 11. VICE-CONSULS. KANSELIER. Het is den Consuls niet geoorloofd, in zeeplaatsen onder hun ressort de benoeming of aanstelling van vice-Consuls te doen, voor dat de noodzakelijkheid ten genoegen van het Gouvernement bewezen zij 1). De vice-Consuls blijven hunne functie waarnemen buiten bezwaar van den lande, voor rekening en ten pericule van de Consuls, die hen hebben benoemd 2). Ofschoon in de Koninklijke Besluiten van geen kanselier wordt gesproken, bestaan er onderscheidene zoodanige ambtenaren. Hij is aangesteld of door de Regering of 1) Art. 22, der Kk. Bb. 2) Eene uitzondering vindt plaats ten opzigte van den bezoldigden vice-Consul te Milo. wel door den Consul onder wiens onmiddellijke verantwoordelijkheid hij werkzaam is. Gewoonlijk moet in het laatste geval de benoeming toch door de Regering worden bekrachtigd. In die landen, waar een Kanselier naar aanleiding van het exequatur toegelaten is, mag hij den Consul vervangen, gemeenlijk maakt hij voor zijne landgenooten alle acten op, welke de Consul moet legaliseren. Oefent de Consul regtspraak uit, zooals in de Levant, dan vervult de Kanselier de dubbele betrekking van deurwaarder en griffier. Aanmerkingen. Kanselier. Volgens RIBEIRO en BARRETO, is deze ambtenaar, »un officier public nommé par le roi, avec des fonctions, des appointemens et des émoluments. Les fonctions de chancelier sont le plus souvent semblables à celles de notaire et de greffier 1)." § 12. UNIFORM. WAPEN BORD. ZEGEL. Uniform 2). Consul-Generaal, groot costuum. Een donkerblaauw lakensche rok met witte zijde gevoerd en met 1) t. a. p. Note 142, p. 632. 2) Kon. Besluit van 17 April 1842, No. 13. |