alle Natiën, verzet zich DE CUSSY in zijn Manuel Diplomatique 1). Hij erkent, dat in de zeventiende eeuw deze meening volkomen juist was, maar dat zij tegenwoordig geene toepassing kan vinden, daar men thans twee klassen van Consuls heeft: 1o. Consuls, gezonden en bezoldigd (salariés) door de regering wier onderdanen zij zijn, om de staats- en handelsbelangen van hunne landgenooten voor te staan (surveiller les intérêts politiques et commerciaux de leurs compatriotes) zonder zelve te mogen handeldrijven, op straffe van intrekking van hunne commissie. 2o. Consuls, aangesteld uit onderdanen van het land, waar de benoeming geschiedt of uit vreemdelingen, aldaar als kooplieden gevestigd. De eerste klasse heeft krachtens verschillende verordeningen en overeenkomsten een rang en regten verworven, die vroeger onbekend waren en hun als Consuls envoyés non-commerçants eene plaats verleenen onder de diplomatieke Agenten 1). Ten onregte echter meenen wij; de wijzigingen in de uitoefening van hunne betrekking naar wisselvallige omstandigheden en den voortuitgang des handels gebragt; est estably qu'à cause des marchands aventuriers anglais qui y font leur trafficq sous le nom de Court d'Angleterre. 1) Dictionnaire ou manuel lexique du Diplomate et du Consul par FERD. DE CUSSY, Leipzig 1846, in voce Consul. de voorregten hun, als vergoeding der verbodsbepaling van handel te drijven, geschonken, of als waarborgen voor hen, die hunnen spoedigen en zekeren bijstand behoeven, kunnen het eigendommelijk karakter dier betrekking niet veranderen. De geheele geschiedenis van het Consulaat levert de onmiskenbare blijken van het ontstaan der instelling tot op den huidigen dag, ook in die zelfde stukken, welke DE CUSSY Voor zijn gevoelen gebruikt, dat de meening van WICQUEFORT steeds de heerschende is geweest. De dwaling van den Franschen schrijver ligt in de terminologie van zijne onderscheiding en wel in het envoyés pour surveiller les interêts politiques et commerciaux. Het is zeer te betwijfelen of dit envoyés etc. in dien zin opgevat mag worden, waarin gewoonlijk de betrekking van Gezant in hoogeren of minderen rang wordt verstaan. Het verschil is al dadelijk zigtbaar in de wijze van benoeming. Hoewel de zorg voor de Staatsbelangen aan beide ambtenaren kan aanbevolen zijn, wordt echter de Ambassadeur bepaaldelijk ter vertegenwoordiging van den Staat tot het vreemde Hof afgevaardigd, terwijl de Consul juist die eigen 1) PÖLITZ, Die Staatswissenschaften im Lichte unsern Zeit, T. V, p. 310. >>Die Consuln haben keinen repräsentativen Charakter, genieszen nicht die Vorrechte u. Exemptionen der Gesandten u. können auf diplomatisches Ceremoniel keinen Anspruch machen, p. 311. So wenig wie die Agenten, Consuln etc. den eigentlichen diplomatischen Charakter führen." schap mist, op welke het karakter van ministre public gegrond is. Waartoe, indien zij tot deze rij van regtswege behooren, zouden de verschillende overeenkomsten en bepalingen aangaande hunnen rang en regten moeten dienen, welke naar de algemeene beginselen van het volkenregt reeds lang vaststaan? Men kan een' Consul de pligten van een Gezant doen vervullen; de regten van Gezant zijn hem daarom nog niet verzekerd; alles hangt af van zijne aanstelling, wordt hem het vertegenwoordigend of diplomatisch karakter daarin toegekend en door het exequatur bevestigd, men moge hem in zulk geval den naam van Consul geven; hij is zulks echter niet meer: zijne handelingen zullen den onjuisten titel terstond logenstraffen 1). De Consuls in de Levant maken eene uitzondering op den regel. Bij hunne vestiging vóór de 16de eeuw waren zij onder dien naam de eenige Gezanten der Europesche Staten. In weerwil van het gebruik, sedert dien tijd opgekomen, om eigenlijk gezegde Ambassadeurs tot de Porte te zenden, hebben zij de vorige diplomatische privilegiën behouden. Is hun het kenmerk van vertegenwoordiging 1) PÖLITZ, t. a. p. p. 309. >>Consuln erhalten keine eigentlichen Creditive sondern nur Bestallungen und Empfehlungsschreiben...... erhalten aber wegen ihrer Verhältnisse zu auswärtigen Fürsten mehr persönliche Aufmerksamkeit und Schutz als andere Fremde oder einheimische Staatsbürger. Die höheren Titel die sie führen sind blos zufällig." ontnomen, zij zouden van de lijst der ministres publics moeten worden geschrapt, indien niet het exequatur hen uitdrukkelijk in dien rang bleef erkennen; zoo geeft een barat van den Grooten Heer hun den titel van Balios-bey gelijk aan dien van Gezant en daardoor ook alle de daaraan verbonden privilegiën 1). Onder deze is een van de meest begeerden het regt van exterritorialiteit, op hetwelk de Consuls geene aanspraak kunnen maken, zijnde dit een Souvereiniteitsregt, door de Regeringen aan de Gezanten als hare vertegenwoordigers onderling en wederkeerig toegekend. Volgens WICQUEFORT, BYNKERSHOEK, BOREL, PÖLITZ en FOELIX en naar de gevestigde regtspraak van verschillende binnen- en buitenlandsche collegiën, kunnen de Consuls gedagvaard worden voor den regter van hunne residentie ter beslissing van geschillen uit verbindtenissen door hen aangegaan; de gewone wijze van executie, tegen vreemdelingen gebezigd, is ook op hen van toepassing 2). Eene 1) BOREL, de l'origine et des fonctions des Consuls, p. 26. 2) Eene schuldeischeres van den Consul HENNEQUIN te Cadix, vroeger te Rotterdam woonachtig, wendde zich tot de Staten met de vraag, waar een Consul moest gedagvaard worden? de beslissing was: »dat sy hem soude conveniëeren voor soodaenigen regter hier te lande voor den welken hy soude hebben kunnen geconvenieert werden soo hy nog tot Rotterdam woonachtig was." BYNKERSHOEK meent, dat hier naar analogie van L. 11 D. de Senat: eene dagvaarding even geldig is ter plaatse van 's Consuls residentie. De foro Legatorum, Tom. II, p. 160, Ed. 1767. Zie een vonnis van het Hof te Aix, 14 Aug. formule, in het exequatur van de Fransche regering voorkomende, neemt dáár elken twijfel weg: » Qu'au cas qu'il fasse quelque commerce pour lequel il entre dans des engagements il pourra être poursuivi ainsi qu'il est d'usage sans pouvoir y opposer aucun privilége." De lijfsdwang kan tegen hen worden ingeroepen en ten uitvoergelegd, vele vonnissen der Fransche regtbanken en arresten der hoven zijn op dit punt eenstemmig 1); volgens het Pruissische wetboek van Burgerlijke Regtsvordering, kan de lijfsdwang tegen eenen vreemden Consul niet worden ten uitvoergelegd, zoo hij geen koopman is, en eerst nadat de Minister van Buitenlandsche Zaken is gehoord en zijne toestemming heeft gegeven 2). 1829; een vonnis van het Hof te Montpellier 23 Jan. 1841; en een vonnis van de arrond. regtb. te Amsterdam, Regtsg. Bijbl. dato 26 Junij 1850, en aldaar het considerans: »dat Consuls in den regel, niet zijn diplomatieke, maar alleen handelsagenten, zonder eenige vertegenwoordiging gezonden, om de handelsbelangen hunner landgenooten in den vreemde te beschermen, die hunne betrekking niet aanvaarden, vóór dat zij erkend en op verzoek van hunnen Souverein toegelaten zijn, door de regering onder wier gebied zij wenschen te resideeren, terwijl de Gezant volstaat met zijne geloofsbrieven te overhandigen. 1) Zie onder anderen een vonnis van de regtbank van de Seine 4 Augustus 1842. Twee arresten van het Hof te Parijs, 28 April 1841 en 25 Augustus 1842. Gazette des Tribunaux, 9 Mei 1841, 6 Augustus en 6 September 1842. 2) Allgem. Preus. Landrecht, Theil I, Tit. 2, § 65. Vergel. bij dit onderwerp M. EVERTSEN DE JONGE Over de grenzen van de reg. |