Images de page
PDF
ePub

vang van een nieuw tijdperk; dit zal minstens dertien jaar vroeger moeten aanvangen, tenzij men de overwinning van het Angel-Saksische ras in den Zevenjarigen Zeeoorlog, waarmee de Vrijheidsoorlog weer in zoo nauw verband staat, als zoodanig wil beschouwen. Maar ook voor Frankrijk zelf, voor hetwelk de afscheiding op deze plaats het meest voor de hand ligt, is er wel het een en ander tegen in te brengen; de denkbeelden van Montesquieu, van Voltaire en Rousseau, die tijdens de Revolutie tot toepassing komen, zijn dan reeds lang gemeengoed van velen; de Culte de la Raison is immers niets anders dan het tot uitvoering brengen van de denkbeelden der Encyclopedisten; de hervormingen van Turgot gaan ook aan het revolutiejaar vooraf. Buiten Frankrijk is de revolutie trouwens reeds lang begonnen, zij het ook van bovenaf. Wil men een geschikt uitgangspunt, dan zou men wellicht bij het jaar 1688 komen, dat voor het parlementair stelsel zoo belangrijk is. Andere gebeurtenissen spreken voor een verlegging naar het begin der achttiende eeuw; de opkomst van Oostenrijk, dat na zijn overwinning op de Turken en zijn aanvaarden der Spaansche erfenis een groote mogendheid wordt; die van Rusland, van Engeland en van Brandenburg; het op den achtergrond treden van Spanje, van onze Republiek, van Zweden en tot op zekere hoogte ook van Frankrijk.

Maakt dit alles het begin der achttiende eeuw niet zoo ongeschikt als aanvangspunt van een nieuw tijdperk, het geval wil, dat er ook een belangrijke strooming bestaat, om het tijdperk der Middeleeuwen tot daar te verlengen. Door Duitsche geleerden als Steinhausen is hierop sedert lang aangedrongen. ,,Das wesentliche ist, dass das Mittelalter in entscheidenden Zügen über das 16 Jahrhundert hinaus fortdauert. Das Mittelalter ist die Zeit der von der Kirche bestimmten und geleiteten Kultur. Alles höhere Leben steht, wenigstens theoretisch, in der Kirche Dienst, im Banne der jenseitigen Idee." Nu brengt weliswaar de Renaissance, een echt moderne strooming, een geheel nieuwe klank, maar ondanks, en gedeeltelijk juist door de Hervorming wordt deze strooming weer bedwongen; ,,der Jenseitsgedanke beherrschte die Gemüter wieder völlig; der kirchlich-theologische Geist nahm auf längere Zeit gerade auch in protestantischen Ländern die Laienwelt viel stärker gefangen als früher", wat o.a. gedemonstreerd wordt aan de vreeselijke heksenvervolgingen juist in de zestiende en zeventiende eeuw. 1) Ook in andere opzichten blijven echt middeleeuwsche toestanden

1) Steinhausen: Kulturgeschichte der Deutschen in der Neuzeit (1912).

nog langen tijd voortbestaan: aan de rechten van den adel wordt niets veranderd; in agrarisch opzicht wordt niets gewijzigd, de toestand der boeren wordt eerder erger dan beter; de gildeverordeningen worden verscherpt, enz.

[ocr errors]
[ocr errors]

Waar dus eensdeels neiging bestaat om de Middeleeuwen verder te laten reiken de hier geciteerde schrijver wil juist het begin der Aufklärung als eindpunt nemen! anderdeels bezwaren blijken te bestaan tegen het tegenwoordige begin der Nieuwe Geschiedenis, zou het nog zoo onmogelijk niet zijn, als men deze laatste liet loopen, b.v. van het begin der achttiende eeuw, tot aan den vrede, welke te Versailles gesloten staat te worden. De eigenlijke moderne geschiedenis zou in dat geval beginnen met de nieuwe en naar we hopen willen, betere wereldorde, dan die welke wij hebben zien ineenstorten.

Is door de jongste gebeurtenissen de allernieuwste geschiedenis in het algemeen sterk op den voorgrond getreden, ook onderwerpen, die vroeger verwaarloosd werden, zijn onverwacht van groote beteekenis geworden: sommige staten en volken vragen opeens de aandacht, terwijl andere een meer bescheiden plaats gaan innemen, sommige zelfs geheel zijn verdwenen.

Bij het uiteenvallen van den Oostenrijkschen staat nemen opeens verschillende Slavische staten een belangrijke plaats in; de TsjechoSlowaken en de Polen aan de Noordzijde, de Joego-Slaven, wier toekomstige verhouding tot de Serviërs nog niet is bepaald, aan de zuidzijde. Het gevolg is natuurlijk, dat ook aan het verleden dier volken meer aandacht zal moeten worden gewijd; de cultureele beteekenis van Rusland ten opzichte van de andere Slaven, de betrekkingen der Slaven onderling, die tot de aangrenzende volken en tot het oude Byzantium verdienen meer belangstelling dan tot dusver daaraan werd gewijd. Daarbij treedt in het licht, hoe voortreffelijk de opzet was van de Histoire Générale van Lavisse en Rambaud, die niet als de meeste Duitsche compendia zooveel mogelijk het eigen land tot uitgangspunt en als centrum van aandacht neemt, maar alle volken, in evenredigheid tot hun belangrijkheid natuurlijk, tot hun recht wil laten komen.

Niet enkel de „nieuwe" volken eischen evenwel de belangstelling voor zich op, maar ook die, welke tot dusver om niet altijd na te speuren reden eenigszins verwaarloosd zijn. Vooral de Unie verkeert in dit geval; hoezeer haar geschiedenis verdient naar voren te komen, bewijst het boek van Dr. te Lintum en vooral de korten

tijd geleden verschenen essays van Prof. J. Huizinga, die op veel zaken, die tot dusver geheel aan onze waarneming ontsnapten, een verrassend licht werpen.

Kan het verleden dienen tot beter begrijpen van het heden, ook het omgekeerde, en dit is voor het onderwijs niet zonder beteekenis, is mogelijk. Het beleven van zooveel belangrijke en ongewone gebeurtenissen kan niet zonder invloed zijn gebleven; het heeft onzen blik verhelderd, ook op de gebeurtenissen van het verleden. Niet alleen is er daardoor meer perspectief in de geschiedenis gekomen, maar ook is het mogelijk de beteekenis van gebeurtenissen, die ver achter ons liggen, scherper te belichten voor onze leerlingen, door gebruik te maken van het feit, dat deze laatsten als belangstellende toeschouwers het werelddrama in gespannen aandacht meeleefden en aldus een practische cursus in contemporaine geschiedenis zonder weerga hebben gevolgd.

Laat mij mijn bedoeling aan enkele voorbeelden nader demonstreeren. Sedert de economische geschiedenis op onze lessen meer naar voren kwam, waren wij gewoon den bekenden boerenopstand van Wat Tyler te verklaren uit de arbeidswetten, door welke de grondeigenaars tegen lage loonen de beschikking kregen over den arbeid der onbemiddelden, ten einde te kunnen voorzien in het gebrek aan werkkrachten, het gevolg van den Zwarten Dood. Hoe gaat deze zaak nu voor onze leerlingen leven, wanneer wij haar toelichten door middel van den burgerlijken dienstplicht, die in zooveel landen ingevoerd werd en door de gedwongen tewerkstelling der Belgen door de Duitschers.

Een ander voorbeeld. In 1552 vallen door het bekende verraad van Maurits van Saksen drie steden in Lotharingen, Metz, Toul en Verdun, in handen der Franschen; hoe nu van deze namen iets meer te maken dan een klank. Men kan deze doen opzoeken op de historische kaart, maar ze zijn een stip als een andere. Maar nu wijst men op de beteekenis van deze plaatsen in den tegenwoordigen oorlog; hoe Duitschland de eerstgenoemde, in 1871 verkregen als uitvalspoort, nu als zoodanig benutten kon en van de beide andere bij het bekende ultimatum aan Frankrijk de bezetting meende te moeten bedingen. Vooral Verdun wordt voor de jongens meer dan een naam, dan een stip op de kaart, wanneer men wijst op de geweldige worsteling, die om het bezit der stad in 1916 heeft plaats gehad. Ten overvloede kan men er op wijzen, dat reeds bij vroegere gelegenheden het groote gewicht der plaats gebleken was; in 1792 gaf de val der stad aanleiding tot de paniek-stemming, die tot de

Septembermoorden leidde, in den Fransch-Duitschen oorlog was het de stad, die de Duitschers het allerlaatst hebben bezet gehouden. Niet alleen van de Septembermoorden, maar ook van de Terreur in het volgende jaar kan iets meer levends gemaakt worden, door van wat wij en onze leerlingen beleefd hebben, gebruik te maken. Als wij ons met onze gedachten verplaatsen naar de dagen, toen de Duitschers bij de Marne stonden, dan valt het ons gemakkelijker den nood der tijden na den slag bij Neerwinden te beschrijven. En dat men in zulke tijden, als het bestaan van het land op het spel staat, niet veel omslag pleegt te maken met verraders, of met hen, die men er voor houdt, valt met de zaken van Bolo-pacha, Malvy en Caillaux gemakkelijk te bewijzen.

Ook de Napoleontische oorlogen kunnen door vergelijking met recente gebeurtenissen worden toegelicht: den tocht van Napoleon naar Egypte door middel van de pogingen van Duitschers en Turken om het Suezkanaal te bezetten en op te dringen in de richting van Indië; bij den tocht naar Rusland kan gewezen worden op het feit, dat later Hindenburg niet in de fout van Napoleon, waarop door Duitsche geschiedschrijvers herhaaldelijk was gewezen, is vervallen, en stand heeft gehouden aan den Dnjepr, zonder zich in de wijde Russische vlakte te wagen. Eerst in de laatste maanden, als in alle opzichten va banque gespeeld wordt en de voedselnood de Duitschers naar Zuid-Rusland lokt, wordt deze voorzichtige houding, door het uiteenvallen van Rusland trouwens minder noodig, opgegeven.

Ik geef slechts enkele voorbeelden, die met vele vermeerderd zouden kunnen worden, de Heilige Alliantie en de plannen voor een volkerenbond, het Continentaal Stelsel en de blokkade der Entente: de taalbesluiten van Willem I, de Vlaamsche beweging en het speculeeren op het activisme; het verzet der ultra-revolutionnairen tegen het spoedig bijeenroepen der Constituante in 1848 en de houding der Spartacusgroep in dergelijke zaak; telkens bestaat gelegenheid tot het trekken van vergelijkingen. Wel te verstaan, tot critische vergelijking, die vaak ook verschillen zal doen in het licht treden en juist daardoor de voorstelling zal verscherpen en tevens den wetenschappelijken aanleg van sommige leerlingen zal kunnen helpen ontwikkelen.

Ten slotte deze vraag, moet, waar zooveel in de wereld veranderd is of gaat veranderen, dit alles zich ook afspiegelen in de samenstelling van een tijdschrift als het onze, dat immers ook de wording

van de tegenwoordige toestanden en deze zelf tot onderwerp van behandeling heeft?

Wij meenen, dat dit inderdaad het geval moet zijn. Trachtten wij reeds in de laatste jaren, toen de economische kwesties steeds meer op den voorgrond kwamen, deze ook hier beter tot hun recht te laten komen, nu vragen daarnaast vóór alles de actueele vraagstukken de aandacht; daarom zullen we trachten vooral de voornaamste vraagstukken, die voor den vakman zoowel als voor den ontwikkelde in 't algemeen van beteekenis zijn, van zeer bevoegde zijde te doen bespreken.

Zeer verheugt het ons, dat een aantal van onze bekendste historici zich op ons verzoek bereid verklaarden ons te helpen door een actueel vraagstuk voor hun rekening te nemen. Zoo zegde Prof. Dr. Blok een artikel toe over,,oude en nieuwe plannen van wereldvrede", Prof. Dr. H. Brugmans over de vóórgeschiedenis van den wereldoorlog, Prof. Mr. J. A. van Hamel plaatste in deze aflevering een artikel over het Schelde-vraagstuk. Van de zijde van Prof. Dr. G. A. van Hamel werd ons een artikel toegezegd over Het Keltische vraagstuk in het Britsche rijk, Prof. Dr. N. van Wijk verplichtte ons door toezegging van een orienteerend artikel over de Slaven; Dr. N. Japikse beloofde ons een artikel over het DuitschOostenrijksche verdrag van 1879, Dr. H. F. M. Huybers over De Paus en het koninkrijk Italië; van de zijde der redactie komt een artikel over Pruisens leiding in Duitschland en over Italia irredenta. Op deze wijze zal, naar de Redactie en Uitgever vertrouwen, de 34ste Jaargang van het Tijdschrift voor Geschiedenis, Land- en Volkenkunde zich op waardige wijze aansluiten bij zijn voorgangers.

De Boer.

« PrécédentContinuer »