Images de page
PDF
ePub
[graphic][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed]

HET CULTUREEL PROGRAM VAN KEIZER

AUGUSTUS

DOOR

PROF. DR. H. WAGENVOORT Jr.

Sinds Mommsen in zijn Staatsrecht 1) de machtsverdeeling van Jan. 27 v. Chr. typeerde als dyarchie, is over het politiek programma van Augustus veel te doen geweest. Had Mommsen dus verdedigd, dat van een republiek onder Augustus al evenmin sprake kon zijn als van een monarchie, weldra volgde de strooming, die het principaat, althans in den aanvang en volgens de bedoeling van den stichter, als een herstel van de republiek beschouwt. De hoofdvertegenwoordigers zijn Ferrero) en vooral E d. Meyer in het bezonnen artikel, dat opgenomen is in zijn,,Kleine Schriften" 3). Maar ook het tegenovergestelde standpunt vond verdedigers; o.a. leverde 's keizers moderne biograaf, Gardthausen, een felle kritiek tegelijk op de eerlijkheid van Augustus' bedoelingen en op de juistheid van Ed. Meyers beschouwingen; hij betoogt ), dat Augustus louter en alleen de monarchie heeft gewild. Eindelijk heeft Kornemann, die het evenmin met Meyer eens is, maar zakelijker is in zijn kritiek, een poging gedaan om uit de moeilijkheid te komen door deze verklaring: ,,Das Problem, das also von Mommsen auf die Formel 'weder Republik noch Monarchie' gebracht war, dann aber in die falsche Fragestellung, ob Republik oder Monarchie' geraten ist, dürfte nur lösbar sein unter dem Gesichtspunkt: Republik und Monarchie"). Hij wil daarmede zeggen, dat tot 23, toen Augustus het consulaat neerlegde, van een republikeinsche regeeringsvorm tot op zekere hoogte nog sprake kon zijn, maar dat van dit oogenblik af de zuivere monarchie te Rome haar intrede heeft gedaan.

[merged small][merged small][ocr errors]

3) Kaiser Augustus", KS 441ff.

4) N. Jhrbb. XIII (1904) 241ff.

5) In Gercke-Norden, „Einl. i. d. Alt. wiss." III 274ff.; vgl. het daar gegeven uitvoerig overzicht.

TIJDSCHRIFT Voor Geschiedenis.

11

[ocr errors]

In hoeverre dit standpunt te aanvaarden is? Aan het eind van dit opstel komen we op deze vraag terug, maar dan in samenhang met enkele beschouwingen over Augustus' cultureel program, waarmede bedoeld wordt de gedragslijn - en wel de bewust gekozen gedragslijn die de keizer van het jaar 29 af gevolgd heeft ten opzichte van de nationaal-Romeinsche en van de Hellenistische cultuur. Eigenaardig: terwijl men het in politicis maar niet eens kan worden, heerscht ten opzichte van Augustus' cultureele bedoelingen een hartroerende eenstemmigheid. Het standpunt is bekend: keizer Augustus wierp een dam op tegen het Hellenisme, dat Rome geheel dreigde te overstroomen, en bevorderde krachtig de opkomst en den bloei van een Romanisme, dat ook al vóór hem, maar heel schuchter, het hoofd opstak. Ik moet wel door enkele citaten de opvatting typeeren, waartegen mijn betoog zich richt. Zoo zegt Kornemann1): „Der Sieger von Actium...... wird...... von aristokratischen und nationalrömischen Tendenzen beherrscht, vor allem aber von einem ängstlichen Streben, den Zusammenhang mit der republikanischen Vergangenheit nicht zu zerreissen, vielmehr das historische Gewordensein des Staates mit seinen neuen Ideen in Einklang zu setzen. Nicht ein kosmopolitisches Reich, sondern ein national geschlossener Römerstaat sollte den Bau bilden, in dem die hellenistische Kultur auch fernerhin ihren Sitz hatte". Dat is dan wat Ludwig Hahn 2), van Augustus' tijd sprekend, noemt:,,den die Gegenwart beherrschenden Romanismus", waartegenover volgens hem de beste Grieken van den keizertijd troost zochten in de taal van de oude Atheners. Voor een zoo melancholieke stemming bij de Grieken bestond echter, als we Rostow ze w gelooven mogen, geen voldoende grond; in een artikel,,Augustus und Athen" ") zegt hij:,,In kultureller Beziehung fühlte sich aber sein Herz zum Hellenismus nicht hingezogen: die klassische Zeit, das athenische Genie, die frische Quelle des altgriechischen, hauptsächlich athenischen Geistes waren seine Ideale". Ook Wendland oordeelt: „,der Prinzipat des Augustus...... lenkt die Politik in nationale Bahnen und belebt das nationale Gefühl"). Wel wordt door sommige onderzoekers erkend, dat het Romanisme na Actium slechts schijnbaar de overwinning behaalde, en dat na

1) t. a, p. 213.

2) „Rom und Romanismus" p. 75.

3) In „Festschrift für O. Hirschfeld" p. 310.
4),,Die Hellenistisch-römische Kultur" p. 87

korten tijd het Hellenisme weer de bovenhand kreeg 1), maar dan was dit toch zonder eenig verband met de bedoelingen van Augustus.

Nu behoeft nauwelijks in herinnering gebracht te worden, op welke gronden deze beschouwing rust: er is een heele reeks van feiten, die haar juistheid volkomen schijnen te bevestigen. Zoo bracht Augustus tal van oude gebruiken weer in eere 2), b.v. de oorlogsverklaring (aan Antonius) door het slingeren van een bebloede speer over de columna bellica, het sluiten van de Ianuspoort e.a,; hij zorgde voor het in stand blijven van oude geslachten, bracht het Troia-spel tot nieuwen bloei, stelde de ridderparade weer in, plaatste in de zuilenhallen van zijn forum bronzen standbeelden van alle groote Romeinen, toonde bijzondere belangstelling voor Romeinsche historie en oude monumenten, beperkte de vrijlating van slaven, om niet te veel vreemd bloed gemengd te krijgen bij het zuiver-Romeinsche burgerbloed, en bevorderde krachtig den bloei van een nationale litteratuur, speciaal van een nationaal heldendicht. Dankbaar maakte hij dan ook gebruik van het feit, dat zijn tegenstander Antonius zich als Egyptenaar, als Oosterling had laten naturaliseeren, en in den slag bij Actium men kent de teekening in Vergilius' Aeneïs 3) hief hij de vaan van het nationalisme tegenover Oostersche barbarij.

Dat alles is volkomen juist, en toch...... Laten we beginnen, met er enkele gegevens tegenover te stellen. Augustus behandelde Marcellus, zijn aangewezen troonopvolger, als zijn zoon en droeg zorg voor zijn opvoeding; de wetenschappelijke opleiding werd toevertrouwd aan den Academicus Nestor, terwijl de opgroeiende jongeling ook andere Grieken in zijn omgeving had: zoo wijdde de dichter Krinagoras, die tot Octavia's kring behoorde, twee van zijn gedichten aan Marcellus. Het tweede daarvan bevatte 'n poëtische opdracht, waarmee hij den prins de Hekale van Callimachus toezond. Bij de ludi saeculares van 17 v. C., gevierd naar aanleiding van Grieksche orakelspreuken, werden volgens Zosimus zoowel Grieksche als Latijnsche hymnen gezongen. En wat nog erger was: voor de eerste maal, dus in tegenstelling met vroegere feestvieringen van denzelfden aard, kregen nu naast de duistere goden van de onderwereld ook de lichte goden van den Griekschen Olympus hun aandeel: de heilbrengende

1) E. Kornemann, t, a. p. 216; J. Jüthner,,Hellenen und Barbaren" p. 68. 2) Volgens eigen verklaring (Mon. Anc. Gr. 3, 18) wil hij niets doen лagà rà лáτqia zon: tegen de zeden der vaderen.

3) VIII. 678 vlg.

[ocr errors]

Moiren, de verlossende Ilithyien en de voedende Moeder Aarde 1). Ook werden niet meer alleen alle Romeinsche burgers, maar alle vrijgeborenen, onverschillig van welken landaard, met vrouw en kinderen tot het het feest toegelaten, terwijl in de feestelijke opvoeringen en voorstellingen het Grieksch element een voorname rol speelde 2). Als eerste keizerlijk procurator op Sicilië stelde Augustus aan Theodorus van Tarsus. En toen dit een verkeerde keus was gebleken, en de keizer hem moest afzetten, koos hij... weer een Griek, zijn leermeester Areüs. Op godsdienstig gebied liet Augustus zich te Eleusis inwijden en bouwde voor Cybele een tempel op den Palatijn; dezelfde godin werd door Livia bijzonder vereerd, en Catullus en Maecenas wijdden haar gedichten. Zij is het dan ook, die bij Vergilius 3) de Trojaansche schepen redt van Turnus' aanval.,,Italische ,,Italische Götter”, Götter", zegt Gardthausen, ,,wurden mit griechischen in Verbindung gebracht, ihre Tempel mit dem Raube griechischer Kunst geschmückt". Ook haalde Augustus en daarmee komen we op het gebied der beeldende kunst niet alleen tal van kunstwerken maar ook tal van kunstenaars uit Griekenland. O.m. is het waarschijnlijk gemaakt, dat het Altaar van den Keizervrede (Ara Pacis Augustae), waarvan wij hoogst belangrijke fragmenten over hebben, en dat zeker niet gebouwd is, zonder dat de princeps naarstig geraadpleegd werd *), door Grieksche kunstenaars werd gebouwd en gebeeldhouwd. En Augustus" vrienden en veldheeren deden het hem na: Agrippa b.v. bouwde ter eere van Augustus het Pantheon, met een Griekschen naam, en liet het werk waarschijnlijk door Grieksche architecten en zeker door Grieksche beeldhouwers uitvoeren; zoo was Diogenes van Athene de maker van de Karyatiden naar het voorbeeld van het Erechtheion. De eerste Romeinsche overwinnaar bij de Olympische spelen, van wien wij hooren, was...... Augustus' stiefzoon en opvolger Tiberius, die vermoedelijk in het jaar 1 n. C. den wedren met vierspannen won. Diezelfde Tiberius was een vurig bewonderaar van Hellenistische dichters als Euphorion, Rhianus en Parthenius, en schreef naar hun voorbeeld Grieksche verzen 5). Ook Augustus zelf gebruikte in zijn gesprekken graag Grieksche woorden en zinnen,

1) Volgens het Sibyllen-orakel moest de plechtigheid plaatsvinden ayaιorí: op z'n Grieksch, en de Acta van het feest, in 1890 weergevonden, vermelden dan ook dat het geschiedde achivo ritu: naar Griekschen ritus. Vgl. W. Vollbrecht „Das Säkularfest des Augustus", p. 17 vlgg.

2) Vgl. Vollbrecht t. a. p. 21.

3) Aen. IV. 79 vlgg.

4) Vgl van schrijver dezes: Ara Pacis Augustae", in Mededeel. v. h. Nederl. Hist. Inst. te Rome, I (1921) p. 106.

5) Suet. Tib. 70.

« PrécédentContinuer »