Images de page
PDF
ePub

alleen goede woorden." Dit is wel zijn laatste bemoeiing geweest in het belang van den vrede; enkele weken later verwisselde hij het tijdelijke met het eeuwige, nadat hij eerst zijn gemalin, die sterke begeerte toonde om zich, evenals indertijd haar grootvader, in een klooster terug te trekken, bewogen had zich ook verder aan het bestuur der Nederlanden te blijven wijden.

Vragen we ons ten slotte af, wat de bedoeling van Maurits kan zijn geweest, dan is het niet moeilijk deze te bepalen. Leest men de gewisselde stukken aandachtig, dan blijkt elke gedachte aan verraad van Maurits ten opzichte van onzen staat te zijn buitengesloten. Wel is waar spreken de berichten van Suriano en Peckius elkaar volstrekt tegen, maar, waar eerstgenoemde zijn relaas heeft uit de tweede hand en onder omstandigheden, die het geven van een valsche voorstelling geheel aannemelijk maken, hebben we in Peckius een zegsman, die geen enkele reden had om van de waarheid af te wijken, terwijl zijn mededeelingen geheel overeenstemmen met de tusschen Brussel en Madrid gewisselde stukken; zijn mededeelingen verdienen dus onvoorwaardelijk geloof.

De toedracht der zaak is overigens geheel duidelijk. Na den val van Oldenbarnevelt was de vredespartij wel tot zwijgen gebracht, maar zij was volstrekt niet machteloos. In Holland was de ommekeer volkomen geweest, maar in de landprovinciën, die steeds op de zijde van Oranje hadden gestaan, maar van een hervatting van den oorlog het meest te lijden zouden hebben, bestond een vrij sterke neiging om, zoo eenigszins mogelijk, het Bestand voort te zetten. Toen nu, hoogst waarschijnlijk niet zonder medeweten van de Brusselsche regeering, een brutale poging werd gedaan, om Maurits te winnen naar de Spaansche zijde over te loopen, heeft deze begrepen, dat het mogelijk zou zijn langs dezen weg de Brusselsche regeering over te halen een zeer onberaden stap te doen, die hier alle aarzeling zou doen verdwijnen; hij heeft Albertus aangemoedigd om de onderwerping der Nederlanden te vragen, vertrouwend op den steun, dien hierbij de Prins onderhands zou verleenen. Het was een voorstel, zoo absoluut onaannemelijk, dat het uitnemend geschikt was om de vredespartij in de Nederlanden den mond te snoeren, op straffe van verdacht te worden voorstander te zijn van de onderwerping aan Spanje. Geen beter middel liet zich bedenken om hier de gemoederen te winnen voor het beginsel van strijd tot het uiterste. De oorlogspartij, die ook reeds de minder heusche ontvangst van den gezant op haar rekening zal hebben, wilde daarop Peckius onmiddellijk wegzenden, terwijl de landprovinciën den weg open wilden houden om de

meer aannemelijke voorstellen, die, naar men hoopte, Peckius in petto hield, tot onderwerp van onderhandeling te maken. En toen dit niet het geval bleek te zijn, toen Peckius geen verdere voorstellen bleek te kunnen doen, toen . . . . „knorden weynighe Arminiaensche wat, doch wierden van so weynige van den haeren geassisteerdt, dat sy niet en dorsten haere meyninge verclaeren ofte voorstaen 1)."

De voorstellen van Peckius werden onmiddellijk ter kennis gebracht van de gezanten van Engeland, Frankrijk en Venetië. Bovendien werden zij zooveel mogelijk door de drukpers verspreid; binnen enkele weken verscheen er een geheele reeks van pamfletten 2), waarin de Propositie onder het volk werd verspreid, mede als een nieuw bewijs van de „bedriegerye van den Spaenschen koningh ende zynen Raed." Met klem van redenen werd uiteengezet, „waerom tot bevestigighe van den Staet den Oorloghe veel dienstigher is dan den Treves" en in den vorm van een

Tzamenspreking tusschen den trotsen blyden soldaet

en den armen Boer, die nu leeft seer desolaet,

werd bitteren spot gedreven met:

„de siecke Trevus ende het krancke Bestandt,
dat twaelf jaeren leefden hier int Nederlant."

1) Knuttel: Catalogus van Pamfletten No. 9197.
2) Knuttel: Catalogus van Pamfletten No. 3187-3219.

TIJDSCHRIFT VOOR GESCHIEDENIS.

LENIN EN DE OPKOMST VAN HET BOLSJEWISME

DOOR

Dr. J. G. VAN DILLEN.

Omstreeks het jaar 1880 bestond in Rusland nog geen sociaaldemocratische partij. De socialistische beweging werd daar toenmaals door de narodniki d. w. z.,,zij, die onder het volk gaan" - vertegenwoordigd. Deze richting beschouwde de opkomst van het kapitalisme als ongewenscht en tevens als volstrekt overbodig. Rusland zou dit stadium der maatschappelijke ontwikkeling, dat in West-Europa met zooveel ellende gepaard ging, als 't ware kunnen overslaan. Het primitieve agrarische communisme van de ,,mir" vormde volgens de narodniki - een stevig fundament, waarop het gebouw van het moderne socialisme zou kunnen worden opgetrokken.

Om het wantrouwen der boeren te overwinnen gingen zij veelal als handwerkslieden onder het volk leven. Daar zij aan de boeren de verdeeling van het groot-grondbezit voorspiegelden, had hun propaganda wel eenig succes. Hier en daar ontstonden plaatselijke opstanden. De regeering ging toen tot een strenge vervolging over. Dit verbitterde de narodniki, die tot dusverre geen aanhangers van het terrorisme geweest waren. Dat veranderde nu echter; in 1879 werd een terroristische organisatie, de,,Narodnaja Volja" (De Volkswil), opgericht. Het waren leden van deze partij, die in 1881 Czaar Alexander II door een dynamiet-aanslag om het leven brachten. In den verbitterden strijd met de geheime politie trok de Narodnaja Volja echter op den duur aan het kortste einde. Eén harer laatste daden was de mislukte aanslag op Alexander III in 1887, waarbij ook Alexander Iljitch Oeljanofde oudste broeder van Lenin betrokken was. Deze begaafde en edelmoedige jonge man was toen

sinds twee jaren student in de natuurphilosophie aan de Universiteit van Petrograd. Uit verbittering over de ruwe wijze, waarop een studentenbetooging door Kozakken was uiteen gejaagd, sloot hij zich by de Narodnaja Volja aan. De samenzwering tegen het leven van den Czaar werd ontdekt en Oeljanof werd met vier anderen den 20sten Mei 1887 op de binnenplaats van de vesting Schlüsselburg opgehangen. De trotsche jongen hij was nauwelijks 21 jaar had geweigerd om gratie te vragen.

De kracht van de Narodnaja Volja was nu gebroken. Zelfs onder de revolutionnairen werd de terroristische strijdwijze veelal afgekeurd. Intusschen had de ontwikkeling der industrie een klasse van fabrieksarbeiders in het leven geroepen; daarmede was de weg gebaand voor de opkomst der sociaal-democratie. In het jaar 1883 werd door eenige revolutionnairen -o.a. Plechanof, Axelrod en Vera Sassoelitch - het genootschap,,De bevrijding van den arbeid" gesticht, dat zich de propaganda der marxistische denkbeelden ten doel stelde. In zijn geruchtmakend boek,,Onze Geschillen❞ rekende Plechanof voor goed af met de naieve theorieën der narodniki. Hij stelde in het licht, dat het verouderde agrarische communisme der ,,mir" met het moderne socialisme niets gemeen heeft; bovendien wees de schrijver op het feit dat dit stelsel van gemeenschappelijk grondbezit reeds in ontbinding verkeerde, daar in vele streken de periodieke verdeelingen steeds meer in onbruik geraakten. Niet de boeren maar de fabrieksarbeiders zouden dan ook de kern eener socialistische partij moeten vormen. De nieuwe richting verwierp de terroristische tactiek, die niets dan teleurstellingen had gebaard, en stelde zich daartegenover de organisatie van de massa des volks in de eerste plaats van de fabrieksarbeiders ten doel.

In de eerste jaren kon daar echter nog slechts weinig van komen; men beperkte zich in hoofdzaak tot de stichting van kleine studiekringen van intellectueelen. In het begin der negentiger jaren werd dat echter anders. De sociaal-democratie had toen onder de studeerende jeugd tal van geestdriftige aanhangers gekregen. Tot hen, die nu met grooten ijver een intensieve propaganda onder de arbeiders op touw zetten, behoorde ook de jeugdige Wladimir Iljitch Oeljanof, tegenwoordig meer bekend onder den naam van Lenin 1). De terechtstelling van zijn broeder Alexander had een diepen indruk

1) Hij werd 10 April 1870 te Simbirsk geboren, waar zijn vader inspecteur van het volksonderwijs was. De familie Oeljanof behoort tot den lageren adel.

op hem gemaakt; reeds aan de universiteit van Kazan, waar hij in de rechten studeerde, had hij zich met revolutionnaire propaganda bezig gehouden. Op grond daarvan werd hem de voortzetting zijner studie te Kazan verboden, waarop hij zich naar Petrograd begaf, waar hij zijn juridische studie voltooide. Tevens was hij een ijverig lezer van de werken van Marx, terwijl hij toenmaals een grenzenlooze bewondering voor Plechanof koesterde. Na de voltooiïng zijner juridische studie wijdde hij zich voortaan uitsluitend aan de revolutionnaire propaganda. In den strijd met de geheime politie ontwikkelde Lenin, die zich in dien tijd Toelin noemde een Russisch beroeps-revolutionnair verandert even vaak van naam als een eerzaam Hollandsch burger van hemd! - een bijzondere virtuositeit. Vrij lang wist hij den dans te ontspringen, doch tegen het einde van het jaar 1895 werd hij gearresteerd en spoedig daarop naar Siberië verbannen. Na het einde van zijn straftijd vestigde hij zich in het buitenland.

Intusschen was in 1898 op een geheim congres te Minsk de sociaal-democratische partij opgericht. Reeds spoedig echter ontstond in de jonge partij tweespalt over de tactiek. Volgens sommige leiders waren de Russische arbeiders nog niet rijp voor socialistische denkbeelden; de partij moest zich, volgens hen, in den beginne uitsluitend aan de behartiging van de directe belangen der arbeiders wijden. Deze ,,economische" opvatting vond echter heftige bestrijding bij de linkerzijde, die vreesde dat, bij het volgen van deze tactiek, het revolutionnair karakter der partij geheel verloren zou gaan. Plechanof wilde van het ,,economisme" niets weten en werd in zijn strijd tegen deze richting trouw ter zijde gestaan door Lenin. Deze beiden vormden met Martof en Potressof de redactie van het partij-orgaan,,Iskra" (De Vonk), dat sinds 1901 te Genève werd uitgegeven. De Iskra voerde een hardnekkigen strijd tegen de economische richting, die spoedig geheel werd overvleugeld.

Eenige jaren later ontstond echter opnieuw groote tweespalt. De mentaliteit van politieke bannelingen brengt vanzelf mede dat wegens kleine geschilpunten gemakkelijk verbitterde conflicten ontstaan! Martof en Lenin stonden nu als felle tegenstanders tegenover elkander. Op het congres van 1903, dat eerst te Brussel werd gehouden doch na het verbod der Belgische regeering te Londen werd voortgezet, kwam het tot een scheuring. De aanhangers van Lenin vormden op het congres de meerderheid en noemden zich daarom de,,bolsjewiki", terwijl hun tegenstanders voortaan als ,,mensjewiki" werden aangeduid. Het geschil betrof den organisatie

« PrécédentContinuer »