Taal en letteren, Volume 16Foeke Buitenrust Hettema, J. H. van den Bosch, Roeland Anthonie Kollewijn W.E.J. Tjeenk Willink, 1906 Includes section "Boekaankondigingen". |
Avis des internautes - Rédiger un commentaire
Aucun commentaire n'a été trouvé aux emplacements habituels.
Autres éditions - Tout afficher
Taal en letteren, Volume 15 Foeke Buitenrust Hettema,J. H. van den Bosch,Roeland Anthonie Kollewijn Affichage du livre entier - 1905 |
Taal en letteren, Volume 6 Foeke Buitenrust Hettema,J. H. van den Bosch,Roeland Anthonie Kollewijn Affichage du livre entier - 1896 |
Taal en letteren, Volume 13 Foeke Buitenrust Hettema,J. H. van den Bosch,Roeland Anthonie Kollewijn Affichage du livre entier - 1903 |
Expressions et termes fréquents
Afrikaans algemeen alles altijd beide bekend bestaat beter Bilderdijk blijkt boek Daarom deel denken dezelfde dichter dien doet druk duidelik eeuw eigen Engels enkele Frans gaan gaat gebruik gedicht geeft geest geheel gelijk geschiedenis geschreven geval geven geweest goed grote hand heel heer hexameter Holland Huydecoper iemand iets Inleiding invloed juist klank komen komt kracht kunst laat laatste later Letteren leven levende licht maakt maat maken meest minder mogelik naam naast natuurlijk natuurlik Nederlands nemen nieuwe nooit noot omdat onderscheid onze opmerkingen oude oudere poëzie regels schrijftaal schrijver slechts spelling spreekt spreektaal spreken staan stuk taal terwijl tweede uitspraak verder vergelijking verhaal verklaring vers verschillende verzen vinden vindt volgende volk Vondel vooral voorbeeld vorm vraag vreemde vroeger waarin wanneer want weer weet weinig werk wezen wijze willen woorden zeggen zegt zeker zelf zien ziet zoals zouden zulke zullen
Fréquemment cités
Page 489 - In the silence of the night, How we shiver with affright At the melancholy menace of their tone! For every sound that floats From the rust within their throats Is a groan.
Page 477 - t vier, dat uit zijne asch geschoten , In vlammen om zich grijp' en Meroos God doorgloei' ; ' Zijn hitte dring' door 't vocht, in 't hol metaal besloten, En bruische in golven op met bonzend stormgeloei. Daar wiegele in den plasch het scheppings-al van 't kuiken, Dat in zijn zilvren lucht een gouden aardbol sluit; En 't beuk' de krijtaardschors dier breekbre wareldkruiken , En dove 's levens aam in 't bobblend windvlies uit. Zoo word' de ommuurde zee ten bergklomp door 't verschroeien, Waar ,'t half...
Page 197 - Het vaers schijne oock geen rymelooze rede, maer trecke den aert van een vaers aen, en sta wacker op zijne voeten. Heeft het geene zenuwen, zoo hangt het slap en vadzigh: is het te gedrongen, zoo staet het stijf, gelijck een lantsknecht in zijn harnas.
Page 418 - Holland leeft weer, Holland streeft weer, Met zijn afgelegde vlag, Door de boorden Van het Noorden Naar den ongeboren' dag. Holland groeit weer! Holland bloeit weer! Hollands naam is weer hersteld! Holland uit zijn stof verrezen, Zal op nieuw ons Holland wezen; Stervend heb ik 'tu gemeld!
Page 314 - t zijn klanken niet, geen lied Verbeeldt de zielsbewegingen genoeg. Alles is beeld, is beeld van haar, en vroeg Of laat valt het ineen in stof, zij blijft, Wat er ook om haar valt en henedrijft.
Page 130 - La postérité saura peut-être la fin de ce poète comédien, qui, en jouant son Malade imaginaire ou son Médecin par force, reçut la dernière atteinte de la maladie dont il mourut peu d'heures après, et passa des plaisanteries du théâtre, parmi lesquelles il rendit presque le dernier soupir, au tribunal de celui qui dit : Malheur à vous qui riez, car vous pleurerez.
Page 352 - NEEN, en daarvoor heb ik de zeer goede reden, dat die heele historie van de Pleiaden en het aan huis brengen van dat kind louter een werk van mijn vinding is. Wel is waar, nadat mijn roman verschenen was, is mij verhaald, dat werkelijk door de leden van een studentengezelschap een jong meisje is geadopteerd en opgevoed — wat alweer toont, dat men niets nieuws meer bedenken kan of 't blijkt later niets nieuws geweest te zijn ; — doch die bijzonderheid was mij geheel onbekend.
Page 103 - En dan stakken ze zoo'n armpie in brand , en ze draaiden 't driemaal over de lui der hoofd om , en dan zeien ze, ja wat zeien ze ook ? dan zeien ze : die waakt, die waakt -, die slaapt, die slaapt! en in die omstandigheid, wil ik maar zeggen, daar je dan in verkeerde, daar bleef je ook in.