Images de page
PDF
ePub

van de laarzen worden tot over het bovenbeen verlengd; en varende op zee heeft de Eskimo een mantel van glad zeehondenvel aan, waarlangs het water afdruipt. Als wapen gebruikte hij pijl en boog, die thans tot de antiquiteiten behooren en door het geweer vervangen zijn, althans op vele plaatsen; verder allerlei werptuig, v.n.l. harpoenen en een slinger met vijf of zes dunne touwtjes, die tusschen de watervogels gegooid wordt, zoodat deze met hun vleugels in de touwen verward raken.

Langzamerhand gaan ook de Eskimo's genieten van hetgeen Zuidelijker gelegen streken opleveren, deels door handelaars, deels door zendelingen; gewoonlijk zijn deze laatsten winkeliers, zooals op Labrador, waar de Hernhutter-zending een aantal posten heeft.

Hoe het in zulk een winkel der zendelingen toegaat, blijkt uit het volgende verslag:

,,Zoodra ik 's morgens in den winkel kom, zijn er verscheiden Eskimo's, soms twaalf of meer, die op mij wachten om ruilhandel te drijven. Ieder wil het eerst geholpen worpen, vooral als het koud is, want er kan in den winkel niet gestookt worden; het gebouw is te groot en er ligt ook kruit en allerlei soort patronen, welke het stoken verbieden. Het is mijn gewoonte eerst met de vrouwen, dan met de oude mannen en ten slotte met de jongeren te handelen. Een der vrouwen heeft in het zendingshuis helpen wasschen en verlangt voor haar diensten naalden, ijzerwaren en rendierpezen tot het naaien van laarzen; een ander ruilt een emmer vol bessen voor zeep, lucifers en een zakdoek, dien zij hier als hoofddoek dragen; een derde brengt veeren van zeevogels, die naar het gewicht betaald worden. Een oude man komt met het vel van een zijner honden, dien hij moest doodschieten, omdat het dier ziek was; hij verlangt meel en stroop in ruil daarvoor; het laatste gebruiken de Eskimo's liever dan suiker, die zij ook kunnen krijgen. Een andere man zegt, dat hij spek gebracht heeft, ik ga met hem naar de ruimte, waar het zeehondenspek bewaard wordt en weeg het spek, waarvoor hij in ruil wenscht een bijl, een zakmes en een trekpot Thee is de gewone drank geworden; het fabeltje, dat de Eskimo's traan drinken, is nu welhaast vergeten. - De volgende heeft een gelukkige vangst gehad in een vossenval en brengt nu het vel ten verkoop; hij koopt een geweer en voor het overige, dat het vel waard is, ontvangt hij winkelgeld, d.i. papieren geld, bestaande uit stukjes karton met een stempel en de waarde in dollars en centen. De man, die na hem komt, brengt eenige paren Eskimolaarzen om daarvoor suiker en stof voor een broek in te ruilen; de suiker wordt in het goed gebonden, want winkelzakjes hebben wij niet. Als de menschen kabeljauw en forellen brengen, is het veel drukker en kan men dagen

[ocr errors]

lang staan wegen; enkelen nemen dan de gelegenheid waar om een bijzondere uitgaaf te doen en een harmonium (maar dit is een groote zeldzaamheid), een naaimachine, een pendule of een verrekijker te koopen. Tegen de feestdagen zijn lekkernijen, zooals rozijnen, gedroogde appelen, cacao, melk in bussen, kaas, rijst en dergelijke zaken zeer gewild. En onaangenaam is het, wanneer een artikel uitverkocht is; want men kan niet zeggen: ik zal het straks even laten aanreiken. De Harmony doet tweemaal per jaar de reis naar Londen en terug en men moet dus geduldig wachten, totdat het schip weer een en ander meebrengt."

De Eskimo's verheugen zich erin, als de winter streng is; de vossen zijn dan hongerig en laten zich beter in de vallen vangen; de zeehondenjacht aan den kant van het ijs is bijna niet gevaarlijk en vooral gaat het reizen per slede over de ijsharde sneeuw zeer snel. Voor vrouwen en kinderen, die thuisblijven, is de koude minder aangenaam; het is bijna onmogelijk de kamers warm te houden, zelfs als het vuur dag en nacht brandt; wanneer het venster opengaat, slaat de rook in de kamer, of dwarrelt de sneeuw binnen.

Hebben de Eskimo's in Zuidelijke streken allen huizen van hout en bewoont slechts één gezin dat verblijf, de Noordelijke Eskimo's hebben woningen, die slechts uit een wal van graszoden met een dak, waarvan de sparren ook met graszoden bedekt zijn, bestaan. Het geheel ligt meer in dan op de aarde en des winters zijn deze hutten diep onder de sneeuw bedolven. Luchtverversching is er bijna niet en de gezondheid der bewoners laat te wenschen over. De noordelijke zendingstations, Ramah, Okkak en Hebron, komen veel minder met de buitenwereld in aanraking dan de zuidelijker gelegene, daar de visschersbooten slechts gedurende een korten tijd van den zomer deze plaatsen kunnen bereiken, en het land er veel onherbergzamer is. De Eskimo's zijn opgeruimde, blijmoedige,,hyperboreëers", - bovenden-noordenwind-wonenden-, die geduldig met de dieren der poolwereld medetrekken, waarheen deze gelieven te gaan; verhuizen de walvisschen, zeehonden, rendieren en beren naar het Zuiden, dan zal men er ook de Eskimo's vinden. Vandaar dat de berichten over de breedte, waarop deze voorkomen, bij verschillende reizigers nog al uiteenloopen. Onophoudelijk beloert den Eskimo het gevaar van te verdrinken, te bevriezen, of weg te drijven op een ijsschots, ongerekend de slechte kansen van de jacht, waaraan hij blootstaat. Bovendien is de „Zuidlander" zijn vijand, die onaangediend óók komt jagen op zeehonden en walvisschen in dezelfde streken, waar de Eskimo's eeuwen lang ongemoeid vischten en jaagden.

De Eskimo's voeden zich bijna uitsluitend met vleesch, want de weinige kruiden en bessen, die de voor het grootste gedeelte des

jaars met ijs bedekte bodem oplevert, beteekenen als voedsel heel weinig. In het voorjaar betrekken zij hun tent, die gemakkelijk af te breken en vervoerbaar is, en dan begint de gunstige tijd voor de jacht, want als de herfst komt, gaan sneeuw en ijs de jacht bezwaarlijk maken en 's winters houdt die geheel op. Dan verblijft men in de hutten, die van hout zijn, waar drijfhout aanspoelt, anders van plaggen en sneeuw, en teert daar den wintervoorraad op.

De kleur der huid wisselt bij de Eskimo's af tusschen geel en roodbruin, die van de oogen is donker; de beenen zijn naar verhouding te kort. De groepen der Eskimo's bestaan ieder maar uit weinig personen en hoe Noordelijker men komt, des te schaarscher worden de hutten. Vergeleken met de Indianen, hebben zij veel voor; allereerst hun temperament, dat hen op dit karig bedeelde stukje aarde vrijwaart tegen zwaarmoedigheid; dan zijn zij handig, kunnen bijv. van een stuk hout een landkaart snijden, waarop het beloop van de kust en de ligging der eilanden goed terug te vinden is; in been een voorstelling hunner jachtavonturen krassen; enz.

Ouders en kinderen zijn erg aan elkander gehecht en bij den dood van een kind krijgt het zijn speelgoed mede in het gaf. Sterft de vader, dan erft de oudste zoon de tent en de vrouwenboot. Deze is een van de twee soorten van Eskimo-vaartuigen, kan van 15 tot 20 menschen bergen, is 6 tot 8 meter lang en dient v.n.l. als transportschip. De mannenboot of kajak is een één-persoonsjachtboot, zonder kiel, licht als een veer zwevend over het oppervlak des waters en heendansend over iedere golf. Zij bestaat uit een geraamte van hout, overtrokken met zeehondenvellen, die met pezen aan elkander genaaid zijn; in het dek is een ronde opening, waardoor de Eskimo, de beenen vooruitschuivend, zich onder het dek laat glijden. Dan neemt hij de pagaai ter hand, na zijn regenmatel om zich heen gespreid te hebben, zoodat het water nergens kan binnendringen; op het dek liggen een bootshaakje met beenen punt en de werplansen. Geen spijker of draadnagel wordt er bij den bouw van het scheepje gebruikt, alles is gepend en genaaid en het buigzame materiaal maakt het tot een sterk schip.

Wel zijn de Eskimo's gedurende den jachttijd trekkende menschen, maar nomaden kan men hen daarom niet noemen; het wild doet hen zwerven over hun eigen jachtgebied, maar toch hebben zij hun woonplaats in een bepaalde streek, waarvan zij de grens niet overschrijden, dan met toestemming der buren. Zij zijn uitsluitend jagers en visschers; hun huisdier is de hond, die de slede trekt en in tijd. van nood geslacht wordt.

Trouwt een der dochters van den huize, dan verlaat zij daarom niet de ouderlijke woning; eerst als die te klein wordt voor de fami

lie, dan betrekt een gedeelte een ander huis. Ieder heeft zijn vaste plaats op de groote bank en verlicht deze met zijn eigen lamp, waarin traan gebrand wordt. Het gaat er zeer communistisch toe zonder het gezag van hoofden. Men deelt den buit van de jacht gezamenlijk en zoo doet zich nooit het geval voor, dat, zoolang de anderen nog te eten hebben, er één Eskimo is, die honger lijdt of traan voor de lamp ontbeert. Men voedt zich met rendiervleesch, gedroogd bloed, den inhoud van rendiermagen, met vogels, eieren en enkele kruiden en men drinkt er helaas ook al sterken drank: de beschaving in „kelders van twaalf vierkantjes ieder."

Naar De Volken der Aarde door Joh. Snelleman, Directeur van het Museum voor Land- en Volkenkunde te Rotterdam.

J. S. VERBURG.

De inval van Graaf Lodewijk van Nassau in
Groningen en de slag bij Heiligerlee (1568).

Na lang aarzelen besloot Willem van Oranje in Maart 1568 den kamp met Spanje op te nemen. Zijn doel was den opstand uit te lokken.

Het plan daartoe was goed opgezet: Op drie plaatsen tegelijk zouden invallen gedaan worden, n.l. in Groningen door Graaf Lodewijk, tusschen Rijn en Maas door den graaf van Hoochstraten en in Artois door Fransche partijgangers onder Coqueville. De Prins rekende hierbij op den openlijken steun der Nederlanders 1). In het Kleefsche zou hij zelf troepen verzamelen, den loop der gebeurtenissen afwachten teneinde zijn verzamelde macht in te zetten daar waar de uitgebroken opstand levensvatbaarheid mocht blijken te hebben. Bovendien zou men, vóór alles, Alva trachten op te lichten, gebruik makende van de geringe bezetting te Brussel en van het feit, dat de hertog, gedurende de vasten, zich in een klooster in den omtrek zijner residentie zou terugtrekken *).

Zonderling genoeg wordt dit gedeelte van Oranje's plan door enkele schrijvers zelfs niet aangestipt, daarentegen door Fruin 3) op den voorgrond gebracht. En terecht. Immers, hing het succes der onderneming niet grootendeels af van het onverwachte, van het onvoorbereid zijn der Nederlandsche autoriteiten? Door plotseling op verschillende punten demonstratief op te treden zou men de autoriteiten in het onzekere laten omtrent het eigenlijke aanvalspunt, ze zoodoende tot krachtsverdeeling noodzakende. Doch nu werd het succes afhankelijk gemaakt van een aanslag op den hertog! Want door de wijze waarop deze aanslag werd voorbereid, waren noodzakelijkerwijze vele personen in het geheim betrokken, waardoor de kans op verraad groot was. En werkelijk is het plan den hertog verraden, zoodat het dan ook niet lang duurde of Alva was op de hoogte van Willem's bedoelingen. Het gevolg hiervan

1) Archives III blz. 196.

2) Van Meteren I blz. 449.

3) V. G. Hist. Opst. II blz. 94.

TUDSCHRIFT V. GESCH., LAND- EN VOLKENK. XXVIIIe Jaargang.

5

« PrécédentContinuer »