Images de page
PDF
ePub
[ocr errors]

Middeleeuwen: Drijver, Historie en Legende, 29. Middeleeuwsche artillerie, 107. De strijd tusschen Hendrik IV en Gregorius VII, 180.

-

Maria Stuart, 108. - Jezuïeten.

uit de 16de eeuw, 308.

De ver

Jezu

Wallenstein,

Nieuwe Geschiedenis: Brieven van Luther, 180. kiezingscapitulatie van Karel V, 107. wider, 308. Een Duitsche burger 30. Versailles en zijn musea, 309. Nijmegen, 31. Johan Willem Ripperda, 31.

-

-

De Groote Keurvorst en de vrede van Kaarten van het oude Parijs, Bruckner-Mittig's Geschichte Ruslands, 309. - De hervormingscommissie van Catharina II, 310.

[blocks in formation]
[merged small][ocr errors]

Nieuwste Geschiedenis: De tocht der Tweeduizend (het zwarte legioen van den hertog van Brunswijk), 33. De ontruiming van St. Petersburg in 1812, 35. Proclamatie van Rostopchin, 111. Bevel aan het leger van den Russisch generaal Tschitschagow met het signalement van Napoleon, 111. De Katechismus der Deutschen van Kleist, 112. Blucher aan Scharnhorst, 112. De slag bij Leipzig, 311. Een Welfenrijk in 1813, 34. Dumouriez Gedenkschrift, 310, Max Lenz over Napoleon, 181. — Muller-Beaufort-Bussemaker: Geschiedenis van onzen tijd, 311. De schuld van Caroline van Brunswijk, 109. De Balkan-oorlog, 312.

[merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small]

Vaderlandsche Geschiedenis: Het Repertoire van Petit, Hofdijks Stiefmoeder, 35. Van Deventer, Kaart onzer 16de eeuwsche steden, 301. Theyssen, Geschiedenis van Karel V, 183. De Boer: Op weg

[merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small]

De expeditie van Mahu en de Cordes 302. De tocht van

naar Indië, 36.
Olivier van Noort, 303.
diens bijnaam, 248.

[merged small][merged small][ocr errors]
[merged small][ocr errors]

De tocht van Le Maire 304. Jan van Riebeeck en Een liedje over de Tweede Groote Vergadering? 29. Gouverneur Generaal Alting, 36. De inkomsten der Compagnie bij haar val. 37. Schoonhoven in 1787, 36. Het verdwijnen der Nederlandsche taal op Ceylon, 113. Johan Melchior Kemper 306. te Lintum: een eeuw van vooruitgang, 113. Bloemink: De lotgevallen van een garde d'honneur, 307.

Mededeelingen op geographisch gebied, door G. J. A. MULDER, J. SCHOKKENKAMP, A. RAADERSMA en R. SCHUI38, 114, 184, 250, 313, 348.

LING

Nederland en de Koloniën: De Buiner brug, 251.- Terpen, 313. Geschiedenis van ons diluvium, 343. Ontwikkelingsgeschiedenis onzer duinen, 352. Het Maas- en Waalkanaal, 357. Aanleg der Maleiers, 352.

[merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small]

Europa: De afschaffing van den Britschen slavenhandel in 1906, 40. De Hamburg-Amerikalijn, 153. Rixdorf-Neukölln, 54. De bevolking van Brussel met haar voorsteden, 54. ijstijd in Noord-Spanje, 55. — Hoe Rusland nog steeds de ijsvrije zee zoekt, 55. Oude rivierloopen in Duitschland, 114. De Duitsche zeekabelpolitiek, 184. Het Rijnkanaal van Antwerpen naar den Rijn, 186. Het kanaal Berlijn-Stettin, 252. De bevolking van Zwitserland, 253. De Lötschberg-spoorweg geopend, 315. De Hekla opnieuw in werking, 316. Een belangrijke verbetering voor Berlijn, 358. Het Ourqkanaal, 360. De annexatie van Ada Kalch door Oostenrijk, 361. Ruslands streven naar een ijsvrije haven, 361. Het Sandsjak Novipazar, 362.

[ocr errors][merged small][ocr errors][merged small][ocr errors]

Afrika: Het mediterrane Tripoli, 115. Duitsche handel op Marokko, 366.

[blocks in formation]

Azië: De Philippijnen, 55. Een begin gemaakt met spoorwegen in Perzië, 122. Engeland en de Bagdad-lijn, 316. De scheepvaart op Euphraat en Tigris, 366.

Amerika: Nieuw goud in Aljaska, 317.

Poolstreken: Het treurig einde der antarctische expeditie van kapitein

Scott.

Algemeene Aardrijkskunde: De beteekenis van de waterscheidingen voor het verkeer te land, 38. rosie, 48. Beetwortelsuiker, 53.

De Eskimo's, 61.

1

Tropische ziekten, 47.

-

Indigo, 186.

-

De Föhn, 250.

Gletsjere

Op

Schetsen voor het onderwijs door J. S. VERBURG: Vier dagen met den postwagen in Patogonië, 123. den Amazonenstroom, 190. - Dwalend door een tropisch oerwoud, 253. - Japan en de Hollanders in vroeger tijd, 317.

[ocr errors][merged small]

Bibliographie: Geschiedenis Aardrijkskunde). Omslag III en IV.

Het herstel van het Fransche gezantschap te Berlijn na den vrede van Frankfort.

DOOR L. J. DE WILDE.

Den 10den Mei 1871 was na vaak moeilijke onderhandelingen het definitieve vredesverdrag tusschen Duitschland en Frankrijk te Frankfort a./d. Main onderteekend; den 20sten d. a. v. had aldaar de uitwisseling der ratificaties plaats 1). Thans kwam de vraag van de hervatting der diplomatieke betrekkingen aan de orde. Daar de verhouding der beide landen, met het oog op de delicate positie waarin Frankrijk verkeerde tengevolge van de bezetting van een aantal zijner departementen door Duitsche troepen, nog niet nor-. maal geacht kon worden te zijn, kwamen de kabinetten van Versailles en Berlijn overeen om voorshands over en weer nog geen gezanten te benoemen, maar slechts gewone zaakgelastigden, wier meer bescheiden rang in deze eerste moeilijke tijden de onderhandelingen zeer zou vergemakkelijken. Van Duitsche zijde werd graaf von Waldersee aangewezen 2). Voor den in de gegeven omstandigdigheden weinig benijdenswaardigen post van Fransch zaakgelastigde te Berlijn bestemde Thiers, als hoofd van de uitvoerende macht der republiek", markies de Gabriac, die sinds het begin van September 1870 in gelijke positie te St. Petersburg zijn land ad interim vertegenwoordigde, waar de ijverig Bonapartistische gezant, generaal Fleury, na den val van Napoleon III was heengegaan en nog geen opvolger had bekomen. Na eenige aarzeling nam de markies de opdracht aan 3).

1) De lezers van dit tijdschrift herinneren zich het artikel van L. A. A. van Kervel: De preliminariën van Versailles en het Tractaat van Frankfort. (jaargang 1906).

2) M. Busch, Tagebuchblätter (uitgaaf van 1899) II blz. 252, noemt hem reeds op 24 Mei 1871 als interimistischer Vertreter Deutschlands in Versailles". 8) Mis de Gabriac, Souvenirs diplomatiques de Russie et d'Allemagne (1870-1872) blz. 6 vlg. Al wat in dit tijdschriftartikel over Gabriac persoonlijk gezegd wordt, is geput uit deze gedenkschriften. -De opdracht geschiedde telegraphisch den 15den Mei 1871.

TIJDSCHRIFT V. GESCH., LAND- EN VOLKENK. XXVIIIe jaarg.

Hij verschoof zijn vertrek uit St. Petersburg echter tot na den zegevierenden intocht der Duitsche troepen in Berlijn, die den 16den Juni plaats had 1). Op zijn doortocht door Berlijn op weg naar Versailles, waar hij de instructies zijner regeering ging halen, zag hij echter Unter den Linden nog de veroverde Fransche kanonnen opgesteld, en op zijn verdere reis kwam hij een groote menigte spoorwagens met Duitsche troepen tegen, die triomfantelijk hoera schreeuwden. De spoorwegdienst was ook nog geenszins weer in orde, zoodat de markies eerst na allerlei bezwaren en met groote vertraging te Versailles aankwam.

Hij sprak er met de invloedrijkste leden der verschillende partijen van de Nationale Vergadering en kreeg de vaste overtuiging dat zij, evenzeer als Thiers, bezield waren door het verlangen om den vrede eerlijk na te leven en zoo spoedig mogelijk het Fransche grondgebied van Duitsche troepen bevrijd te zien. Te St. Petersburg had men hem te kennen gegeven dat men den vrede van Frankfort slechts voor een wapenstilstand hield en deze meening vond ook elders aanhangers in politieke en financieele kringen 2). Frankrijk zou zijn verplichtingen of niet willen of niet kunnen nakomen, oordeelden de voornaamste Petersburgsche bankiers. Het zou den markies weldra blijken, dat men te Berlijn er ook niet gerust op was. Hij bleef slechts zes dagen in Versailles, want men drong er sterk op aan, dat hij zich naar zijn nieuwen post zou begeven, omdat graaf Waldersee zich reeds in Parijs bevond 3). Den 2den Juli vertrok hij dan ook uit Versailles; den 4den kwam hij in Berlijn aan. Een half jaar is hij daar geweest, tot aan de komst van den definitieven Franschen gezant.

Hoogst moeilijk was de positie van den vertegenwoordiger van het verslagen Frankrijk in de hoofdstad van den overwinnaar. Omtrent de tenuitvoerlegging van den vrede moesten nog nadere besprekingen tusschen Fransche en Duitsche gemachtigden te Frankfort plaats hebben. Voorts was graaf de Saint-Vallier door de Fransche regeering aangewezen om als commissaris te Compiègne en later te Nancy in overleg met generaal von Manteuffel, opperbevelhebber van het Duitsche occupatieleger, alle uit de bezetting

1) Fürst Hohenlohe-Schillingsfürst, Denkwürdigkeiten II blz. 63.

2) Ook in Frankrijk zelf; in dien zin schreef althans de Mazade reeds in de Revue des deux mondes van Februari 1871 (aangehaald door P. de Coubertin, L'évolution française sous la troisième république blz. 8).

3) Busch, Tagebuchblätter II blz. 260, schrijft 19 Juni 1871, dat Waldersee „eergisteren" berichtte, zijn geloofsbrieven aan Favre te hebben overhandigd en door Thiers te zijn ontvangen.

« PrécédentContinuer »